Informatie

Acute myeloïde leukemie (AML) is een veel voorkomende kanker in Nederland. De behandeling van AML is in de afgelopen decennia wel verbeterd. Dit komt onder andere door de ontwikkeling van medicijnen die bepaalde type AML kunnen behandelen. Helaas zijn er nog veel groepen patiënten waarbij de huidige therapieën tekort schieten. Nieuwe behandelstrategieën zijn dus heel noodzakelijk.

Slechte prognose verbeteren
Een groep patiënten waarvoor nieuwe behandelingen nodig zijn, zijn mensen met een Runx-1 mutatie. Runx-1 is een eiwit dat erg belangrijk is in de vorming van bloedplaatjes, rode bloedcellen en witte bloedcellen; een fout hierin kan dus gelijk van grote invloed zijn. Patiënten met een mutatie in dit eiwit hebben een slechte prognose. Ook kunnen Runx-1 mutaties van generatie op generatie doorgegeven worden. Dragers van deze genetische afwijking hebben ongeveer 40% kans om op jonge leeftijd een hematologische kanker (bloedkanker) te ontwikkelen.

Kunnen medicijnen tegen reuma of andere ziekten helpen bij acute leukemie
Op dit moment zijn er geen goede middelen om het gemuteerde Runx-1 eiwit gericht te kunnen aanpakken. Onderzoekers en artsen in het Radboudumc willen met dit onderzoek aanknopingspunten vinden door middel van een uitgebreide medicijnscreening. Dat doen zij in samenwerking met het Nederlands Kanker Instituut / Oncode consortium.
Veel tijd, geld en aandacht gaat naar de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. Daarnaast is het ook goed om te kijken welke medicijnen al bestaan en of daarmee meer patiënten geholpen kunnen worden. De onderzoekers willen meer dan 6.000 geneesmiddelen die al gebruikt worden tegen andere ziekten testen. Mogelijk zitten hier medicijnen tussen die het gemuteerde eiwit kunnen aanpakken.

”In dit onderzoek willen we testen of bestaande medicijnen een oplossing kunnen bieden voor acute leukemie patiënten, voor wie nu geen opties meer beschikbaar lijken. Als een bestaand medicijn voor reuma, diabetes of andere ziekten kunnen helpen, weten we al dat het medicijn veilig is en kan het heel snel in het ziekenhuis gebruikt worden”.

Gerobotiseerde medicijn screening
Om de 6.000 geneesmiddelen te kunnen screenen zal gebruik worden gemaakt van robotisering. Hiervoor moeten de onderzoekers een robuust en simpel celmodel ontwikkelen. Het Runx-1 eiwit bevat een eigenschap die een grote groep genen ‘’aan en uit’’ kan zetten. Wanneer er een mutatie ontstaat in het Runx-1 eiwit gaat deze “aan”. Deze eigenschap willen ze gebruiken voor de geautomatiseerde medicijnscreening. Zogenoemde Runx-1 target genen (genen waar de onderzoekers op focussen) worden gelabeld met een biomarker. Als het target gen wordt blootgesteld aan een medicijn kunnen ze de reactie van het gen uitlezen en daarmee mogelijke Runx-1 actieve stoffen vaststellen.

Informatie

Jaarlijks krijgen in Nederland ongeveer 2000 vrouwen te horen dat ze baarmoederkanker hebben. Helaas stijgt ieder jaar dit aantal en hiermee is het de meest voorkomende gynaecologische kanker in de westerse wereld. Standaardbehandeling bestaat uit verwijdering van baarmoeder en eierstokken. Bij verdenking op uitzaaiingen in de lymfeklieren worden ook de lymfeklieren verwijderd.

Uitzaaiingen in de lymfeklieren, een belangrijke voorspeller voor overleving.
Alleen door het wegnemen van lymfeklier(weefsel) en dit onder de microscoop te bekijken, kan met zekerheid worden vastgesteld of er uitzaaiingen zijn. Wanneer uitzaaiingen in de lymfeklieren worden herkend en behandeld, kan 65% van de vrouwen worden genezen met aanvullende bestraling en/of chemotherapie. Helaas kan het verwijderen van de lymfeklieren leiden tot bijwerkingen, waaronder vochtophoping in buik en/of benen (lymfoedeem).

Nieuwe technieken en betere behandelingen
Een nieuwe techniek die in Nederland alleen nog in onderzoeksverband wordt uitgevoerd is de poortwachtersklierprocedure. Hierbij worden de eerste poortwachtersklieren waar uitzaaiingen van kanker naar toe gaan opgespoord en verwijderd. Wanneer blijkt dat, na microscopisch onderzoek, er geen uitzaaiing in deze poortwachtersklieren zitten, is de kans klein dat er in andere lymfklieren uitzaaiingen zijn. Toch zijn er enkele nadelen als we deze uitgebreidere operatie bij alle vrouwen met baarmoederkanker uitvoeren. Allereerst, in vijfentwintigprocent van de gevallen kan deze poortwachtersklier tijdens de operatie niet altijd worden gevonden en moet er alsnog een complete lymfeklierverwijdering in het bekken plaatsvinden. Daarnaast heeft slechts een minderheid van alle baarmoederkankerpatiënten lymfeklieruitzaaiingen (10%). Standaard opsporen zou daarmee tot forse overbehandeling en onnodige hoge ziektekosten leiden. Tot slot kan deze behandeling alleen in gespecialiseerde ziekenhuizen worden uitgevoerd.

Voortvarend trans-Atlantisch onderzoek op basis van Artificial Intelligence
Ons onderzoeksteam heeft in samenwerking met de Universiteit Twente een risicomodel (ENDORISK) ontwikkeld, waarmee we op basis van patiëntgegevens uit Nederland en Amerika het risico op lymfeklieruitzaaiingen voorafgaand aan de operatie kunnen voorspellen. Met de opkomst van de poortwachtersklierprocedure, willen ze middels dit onderzoek kijken of hun risicomodel evengoed in staat is om uitzaaiingen in poortwachtersklier te voorspellen. Zo hoeven alleen patiënten met een verhoogd risico deze poortwachtersklierprocedure te ondergaan.

Stel je eens voor wat daar de impact van zou kunnen zijn: 

  • Betere indicatie van de agressiviteit van de baarmoedertumor
  • Geen onnodige verwijdering van lymfeklieren 
  • Alleen vrouwen met hoog risico op uitzaaiingen aanvullend behandelen met chemo of bestraling
  • Patiëntgerichte zorg en behandeling op maat
  • Verbetering van kwaliteit van leven

 

Hoofdonderzoeker

dr. Hanny Pijnenborg, Gynaecologisch oncoloog 

Mede-onderzoekers Radboudumc:
dr. Hans Bulten, Patholoog 
Stephanie Vrede, Arts-onderzoeker Gynaecologische Oncologie
Puck van Gestel, Technisch laboratorium medewerker, Tumor Genetica,
dr. Astrid Eijkelenboom, Klinisch Moleculair Bioloog, Pathologie 

Mede-onderzoekers Universiteit Twente
Prof. Peter Lucas, DataScience, Twente University

Internationaal
In samenwerking met Mayo Clinic, Rochester, Minnesota, Amerika.

Informatie

Een betrouwbare stadiëring -vroeg in het behandeltraject- zal de komende jaren steeds belangrijker worden voor patiënten met dikke darmkanker, met name wanneer sprake is van een hoog stadium tumor (hoog stadium tumor en/of lymfeklieren). Patiënten met een hoog tumor stadium dikke darmkanker (cT4) hebben bijvoorbeeld een risico van één op vier op het ontwikkelen van uitzaaiingen in het buikvlies. Verschillende nabehandelingen hebben hier nauwelijks invloed op.

MISTIC study: MRI and cineMRI to Improve Staging of Tumors In the Colon
In het MISTIC project willen onderzoekers met behulp van slimme diagnostiek, op basis van speciale MRI technieken, de stadiëring van dikke darm kanker verbeteren.

Nut en noodzaak
Accurate stadiëring van tumoren is van groot belang voor het opstellen van een optimaal en persoonlijk behandelplan voor dikke darm kanker. Op dit moment worden dikke darm tumoren gebruikelijk gestadiëerd met behulp van darmonderzoek (coloscopie) en een CT-scan. Deze technieken zijn accuraat in het vaststellen van darmkanker en uitzaaiingen op afstand. Helaas is de betrouwbaarheid van deze technieken in het vaststellen van het lokale stadium laag. Het lokale stadium wordt bepaald aan de hand van doorgroei van de tumor (cT stadium) en eventuele lymfeklier uitzaaiingen (cN stadium).

Toekomstige uitzaaiingen verminderen
Er zijn wel steeds meer aanwijzingen dat voorbehandelen van hoog stadium dikke darm tumoren het risico op toekomstige uitzaaiingen effectief verminderd. Om voorbehandeling effectief in te zetten is het van groot belang tumoren accuraat te stadiëren. Dit is noodzakelijk om te voorkomen dat chemotherapie gegeven wordt aan patiënten die dit eigenlijk niet nodig hebben (overbehandeling), alsook te voorkomen dat patiënten met wel een hoog stadium tumor deze voorbehandeling niet krijgen (onderbehandeling).

Met slimme MRI technieken perspectief verbeteren
Met behulp van slimme MRI technieken, verwachten wij de stadiëring van zowel tumoruitbreiding als lymfeklieren te kunnen verbeteren. Deze verbeterde stadiëring zal bijdragen aan betere individuele besluitvorming, en daarmee mogelijk ook betere lange-termijn uitkomsten en kwaliteit van leven.

Doel van dit project is om een in een pilot studie de toegevoegde waarde van MRI in de stadiëring van dikke darm kanker te onderzoeken.

Hoofdonderzoeker:
Dr. R.P.G. ten Broek, Chirurgie

Medeonderzoekers:
Prof.  Dr. J.H.W. de Wilt, Chirurgie
Dr. S. van Koeverden, Radiologie

Informatie

Slokdarmkanker is kanker die in de slokdarm ontstaat. De medische term hiervoor is oesofaguscarcinoom.
In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 2.600 mensen slokdarmkanker. Slokdarmkanker is moeilijk te genezen. Wel is de 5-jaarsoverleving in 30 jaar tijd gestegen van 7 naar 24%. Dat komt omdat de afgelopen decennia behandelmethoden (bijvoorbeeld chirurgie al dan niet voorafgegaan door chemotherapie en bestraling) zijn verbeterd en ziekenhuizen meer én beter met elkaar samenwerken. Het aantal chirurgische behandelingen dat ‘volgens het boekje’ zonder complicaties is verlopen is de afgelopen jaren ook toegenomen voor slokdarmkanker van 42 naar 56% (2015-2020). Volgens data van het IKNL.

Dr. Bastiaan Klarenbeek, dr. Camiel Rosman en hun onderzoeksteam zien hierin nog meer kansen op verbetering! Met een nieuwe Japanse operatietechniek voor mensen die geopereerd worden aan slokdarmkanker.

Kijkoperatie via de hals in plaats van door de borstkas

”Voor patiënten met slokdarmkanker is een operatie waarbij de slokdarm wordt verwijderd, de belangrijkste stap richting genezing. Helaas gaat deze operatie vaak gepaard met ernstige complicaties, meestal zijn hierbij longen of borstholte betrokken. Om deze belangrijke complicaties te voorkomen, hebben we samen met twee Japanse chirurgen een nieuwe operatietechniek voor patiënten met slokdarmkanker geïntroduceerd in het Radboudumc. Bij de zogeheten MICE vervangen we de kijkoperatie via de borstkas door een kijkoperatie via de hals. Hiermee kunnen we nog steeds dezelfde uitgebreide operatie doen die nodig is om de slokdarmkanker volledig te verwijderen, maar kunnen we belangrijke schade voorkomen aan borstkas, longen, longvliezen, zenuwen en bloedvaten. Na een uitvoerige training zijn we de eerste chirurgen die deze techniek buiten Azië uitvoeren. We zijn zeer tevreden over de resultaten van de eerste 23 patiënten die we het afgelopen jaar op deze manier hebben geopereerd. We hebben geconcludeerd dat de MICE veilig en haalbaar is in Nederlandse slokdarmkankerpatiënten” Aldus Klarenbeek

Subtielere operatietechniek 
De komende jaren willen we ons richten op de verdere ontwikkeling en implementatie van de MICE. Deze subtiele operatietechniek heeft op papier veel voordelen. Gezonde organen en weefsel worden minder beschadigd, omdat alleen het deel wat nodig is om te genezen van slokdarmkanker wordt verwijderd. Het weefsel eromheen kan heel blijven.Bovendien biedt deze techniek meer mogelijkheden om alle lymfeklieren rondom de tumor te verwijderen. Alle redenen voor een nadere kennismaking!

Oefening baart kunst
Uit meerdere onderzoeken is gebleken dat de introductie en het leerproces van nieuwe operatietechnieken in eerste instantie vaak leidt tot juist extra complicaties. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de introductie van nieuwe geneesmiddelen, zijn voor de introductie van nieuwe operatietechnieken nauwelijks richtlijnen en regels voorhanden. Daarnaast zijn we benieuwd naar de mening van patiënten, wat vinden zij eigenlijk belangrijk aan een nieuwe operatietechniek en wat zijn uitkomsten waar ze hun behandelkeuze op zouden willen baseren? In Nijmegen zijn inmiddels ruim 20 patiënten geopereerd met de nieuwe techniek en op basis hiervan worden de eerste conclusies getrokken. ‘‘We kunnen veilig opereren en we merken dat we iedere operatie nog weer beter worden” aldus Klarenbeek.

Patiëntparticipatie
Het betrekken van patiënten bij medische innovaties is tot nu toe allesbehalve vanzelfsprekend. In de ontwikkeling en finetuning van deze nieuwe operatietechniek behoort de input van patienten bij een van de drie doelen:

  1. Het verbeteren van de operaties bij patiënten met slokdarmkanker
  2. Het ontwikkelen van een praktische richtlijn voor de veilige introductie van nieuwe operatietechnieken
  3. Betekenisvol betrekken van patiënten bij de ontwikkeling en implementatie van medische innovaties

Informatie

Atypische kraakbeentumoren zijn tumoren die zich bevinden in de lange botten van de armen en benen geven vrijwel nooit klachten, maar er blijft een kleine kans dat ze toch kwaadaardig worden. Ze worden vaak per toeval op een röntgenfoto of een MRI-scan gevonden en men kan niet precies zeggen hoe vaak het voorkomt. Maar we weten dat als er bijvoorbeeld bij 100 mensen een röntgenfoto van de knie gemaakt wordt er bij ongeveer 3 mensen zo’n tumor gevonden wordt. Onderzoek naar kanker gaat vaak over behandelen en de ontwikkeling van nieuwe therapieën, maar wat als we het gaan hebben over minder behandelen en minder vaak naar het ziekenhuis voor een controle?

Geen operatie meer
Chondrosarcomen zijn een relatief zeldzame vorm van kanker waarbij kraakbeen weefsel groeit in het bot. Een aanzienlijk deel hiervan toont geen kwaadaardige eigenschappen op de scans en worden atypische kraakbeen tumoren genoemd. Sinds een aantal jaren worden in Nederland deze atypische kraakbeen tumoren in de armen en benen bij voorkeur niet meer operatief verwijderd.

Controle (on)nodig?
Ondanks een vermindering in operaties is het nog steeds noodzakelijk om met regelmaat op controle te komen bij de orthopedisch oncoloog, dit noemen we conservatief behandelen. Dit omdat er nog steeds de kans bestaat op kwaadaardige groei/verandering van de tumor. Een deel van deze bezoeken is waarschijnlijk onnodig en zijn daarmee een overbodige belasting op de patiënt en het zorgsysteem.

Veilig en verantwoord 
In het RadboudUMC, tezamen met de andere expertisecentra voor chondrosarcomen in Nederland, zijn we op internationaal niveau pioniers in het conservatief behandelen van deze groep patiënten. Daardoor beschikken we over unieke patiëntendata die meer vragen rond het opvolgen van deze chondrosarcomen kunnen beantwoorden.

Zinvolle zorg
We willen het aantal verwijzingen naar de expertise centra en het controles met MRI scans verminderen op een veilige en verantwoorde manier. Met behulp van onze patiënten data kunnen we bepalen welke controle frequentie veilig is, zodat we een eventuele kwaadaardige verandering tijdig ontdekken maar patiënten niet onnodig vaak naar het ziekenhuis laten komen. Met andere woorden onnodige behandelingen vermijden en de zorg meer zinvol toepassen.

“Dat scheelt veel onnodige ziekenhuisbezoeken en voorkomt onnodige stress. Maar nog belangrijker voor onze patiënten: We bieden alleen zorg die écht waarde toevoegt voor patiënten”

Toekomstmuziek
Naast het reduceren van onnodige controle afspraken door middel van de analyses in dit project kan met behulp van de verzamelde data in de toekomst ook het natuurlijke beloop van deze tumoren door middel van kunstmatige intelligentie voorspeld worden.

Hoofdonderzoeker
Ingrid van der Geest, MD, PhD; Orthopedisch oncologisch chirurg

Medeonderzoekers 
Bart Schreuder, MD, PhD; Professor orthopedische oncologie
Edwin Dierselhuis, MD, PhD; Orthopedisch oncologisch chirurg
Jacky de Rooy, MD; Musculoskeletaal radioloog, specialist in musculoskeletale oncologie

Remco Doodkorte, PhD; Postdoctoraal orthopedisch onderzoeker

Wij willen minder zorg en minder zorgen. Helpt u mee dit onderzoek te realiseren?
Dat kan!
Klik op de ‘Doneer nu’-knop.
In actie komen voor dit onderzoek kan natuurlijk ook. Klik dan op ‘Start actie’.

Wilt u liever uw donatie overmaken via ons rekeningnummer?
Dat kan via NL34RABO 033 00 00 039 o.v.v. ROF2213

Informatie

Hersentumoren zijn één van de moeilijkst te behandelen vormen van kanker. En dat is naar, want juist deze vorm van kanker komt relatief vaak voor bij jonge mensen. In het Radboudumc werken specialisten, onderzoekers en verpleegkundigen samen in de strijd tegen hersentumoren. Want wat als je de diagnose krijgt, wat helpt dan om een weloverwogen behandelkeuze te maken? Hoe krijg je begrip voor je eigen situatie als je ook mentale en fysieke stress ervaart? 

Hoofdonderzoeker Sümeyye Sezer wil door dit onderzoek de toegevoegde waarde van 3D modellen vastleggen. Ze is ervan overtuigd dat meer begrip leidt tot een betere acceptatie en een meer weloverwogen keuze voor patiënten en hun naasten.

”Het is fijn dat ik met mijn eigen 3D model van mijn hersenen mijn kinderen beter kan uitleggen wat er met mij aan de hand is”

Heldere uitleg
Patiënteducatie is een essentieel onderdeel van patiëntgerichte zorg. Door patiënten goed te informeren, worden ze actief betrokken in het maken van behandelkeuzes.  Om een weloverwogen keuze te maken moet de patiënt informatie begrijpen, maar ook kunnen reproduceren. Voor zichzelf, maar ook om vragen te kunnen beantwoorden voor de mensen om hem heen. Voor familie, vrienden en andere betrokkenen. Echter, een groot deel van de informatie die patiënten ontvangen, wordt door vergeten.

Meer begrip door beeldende communicatie
Patiënten met kanker hebben hoogwaardige informatie nodig over het ziektestadium, behandelingsopties en bijwerkingen. De ziekte zorgt voor aanzienlijke mentale en fysiek stress en vereist aanpassingen op verschillende onderdelen van je leven. Daarnaast kan de behandeling  grote gevolgen hebben zoals uitval van belangrijke functies zoals kracht, gevoel en spraak. De locatie van de tumor en het verband met de omliggende hersengebieden speelt hierbij een grote rol. Dit is best lastig om te begrijpen omdat het gaat om ingewikkelde anatomische relaties. Daarom is het essentieel dat patiënten op een duidelijke manier meegenomen worden in de besluitvorming van hun behandelplan.

Houvast in onzekere tijden
Op dit moment worden er tweedimensionale beelden gebruikt om de ligging van de tumor uit te leggen. 2D beelden bevatten geen diepte en bestaan alleen uit platte beelden. Bij een individueel patiëntspecifiek 3D model kun je alles vanuit elke hoek bekijken waarmee de tumor ten opzichte van de gezonde hersengebieden in één oogopslag te zien is. Dat maakt informatie duidelijk en biedt houvast in onzekere tijden.

Gepersonaliseerde zorg 
In dit onderzoek willen de onderzoekers de toegevoegde waarde van gepersonaliseerde 3D modellen voor patiënteducatie vastleggen. Net als het effect op de hoeveelheid onthouden informatie en de subjectieve patiëntervaringen. Dit om inzicht te krijgen welke patiënten voordelen kunnen hebben van het gebruik van 3D modellen. Op deze manier willen we de zorg van mensen met een hersentumor individualiseren.

Wij zijn ervan overtuigd dat hoogwaardige informatie meer inzicht in de ziekte kan geven, wat leidt tot beter begrip, gedeelde besluitvorming en meer tevredenheid.
Hoogste tijd om dat te bewijzen.

Hoofdonderzoeker: Sümeyye Sezer, afdeling neurochirurgie Radboudumc
Medeonderzoeker: Mark ter Laan, MD, PhD, Neurochirurg

Helpt u Sümeyye en haar team mee haar onderzoek te realiseren?  
Dat kan!
Klik op de ‘Doneer nu’-knop. In actie komen voor dit onderzoek kan ook. Klik dan op ‘Start actie’.

Wilt u liever uw donatie overmaken via ons rekeningnummer? Dat kan via NL34RABO 033 00 00 039 o.v.v. ROF2207

Informatie

De behandeling van leukemie is de afgelopen jaren stap voor stap vooruit gegaan. Deze vooruitgang is te danken aan het doen van wetenschappelijk onderzoek. Onderzoek voor een betere behandeling, het testen van nieuwe medicijnen of meer kennis over wat er fout gaat waardoor leukemie zich kan blijven ontwikkelen.

AML, een agressieve vorm van bloedkanker
Acute myeloïde leukemie (AML) is een agressieve vorm van bloedkanker dat gelokaliseerd is in het beenmerg. We weten dat -afhankelijk van het soort fout in het DNA van de leukemiecellen- de levensverwachting van patiënten met AML erg kan verschillen. 

RUNx1, zelfs na chemo of stamceltransplantatie geen goede levensverwachting
Patiënten met een foutje in het RUNX1 gen hebben een slechte prognose. Op dit moment worden deze patiënten behandeld met intensieve chemotherapie (en soms een stamceltransplantatie), die naast de zieke cellen ook de gezonde cellen aantast. Helaas overleven desondanks slechts 20% van de patiënten met deze vorm van AML de eerste 5 jaar na de diagnose. 

Kunnen onze eigen afweercellen helpen?
Wij willen nieuwe behandelingen ontwikkelen om deze patiënten beter en hopelijk met minder bijwerkingen te kunnen behandelen.
Recent is ontdekt dat in het beenmerg van deze patiënten, een bepaald type afweercellen, namelijk plasmacytoïde dendritische cellen (pDCs) verhoogd aanwezig is. Deze afweercellen zijn een soort generaals die andere afweercellen (soldaten) kunnen aansturen. Ze kunnen de soldaten opdrachten geven om harder te vechten, maar ook om zich even gedeisd te houden. 

Om de kanker aan te vallen
Wij denken dat in deze vorm van leukemie de generaals niet de juiste opdrachten geven aan de soldaten en de leukemie zich daarom kan ontwikkelen en agressiever kan gedragen. Wij willen nieuwe behandelingen ontwikkelen die ervoor zorgen dat de soldaten weer de juiste opdrachten gaan uitvoeren en zo de kankercellen kunnen aanvallen. 

Voor een nieuwe hoopvolle behandeling is meer kennis nodig
Mogelijk zouden we dan via het immuunsysteem een unieke nieuwe ingang voor de behandeling van dit type AML kunnen ontwikkelen. 

Helpt u mee?

Hoofdonderzoeker
Florentien in ’t Hout, afdeling hematologie 

Medeonderzoekers
dr. M. Gerritsen en prof. J.H. Jansen 

Helpt u mee dit onderzoek te realiseren?  
Heel graag!
Klik op de ‘Doneer nu’-knop.
In actie komen voor dit onderzoek kan natuurlijk ook. Klik dan op ‘Start actie’.

Wilt u liever uw donatie overmaken via ons rekeningnummer?
Dat kan via NL34RABO 033 00 00 039 o.v.v. ROF2218

Informatie

Borstkanker is de meest voorkomende kankersoort bij vrouwen. Ongeveer 1 op de 7 vrouwen krijgt borstkanker gedurende haar leven. De overlevingskansen zijn de afgelopen decennia aanzienlijk gestegen. Toch stijgt het aantal diagnoses nog steeds. Dankzij wetenschappelijk onderzoek weten we gelukkig steeds meer over de ziekte. Wetenschappelijk onderzoek draagt bij aan nieuwe kennis op het gebied van (borstkanker)zorg.

Het Radboud Oncologie Fonds steunt onderzoek naar borstkanker in het Radboudumc. Hiermee willen we betere behandelingen ontwikkelen en betere manieren ontdekken om de ziekte op te sporen met daarbij een goede kwaliteit van leven tijdens en na de behandeling van borstkanker.

Geef ook voor onderzoek naar borstkanker. Hiermee ondersteun je de artsen in het Radboudumc bij het zoeken naar een doorbraak in de opsporing en behandeling van borstkanker.

Informatie

In de afgelopen 10 jaar zijn er in steeds meer wetenschappelijke publicaties veelbelovende resultaten gerapporteerd over Fibroblast Activation Protein gerichte radionuclidetherapie (TRT) en op FAP gebaseerde diagnostiek bij verschillende kankersoorten. De eerste klinische onderzoeken die de werkzaamheid van FAP TRT evalueerden, lieten bemoedigende resultaten zien bij patiënten met gevorderde kanker. Bovendien lijkt FAP TRT over het algemeen goed te worden verdragen. Tegenwoordig zijn de meeste diagnostische en therapeutische benaderingen bijna uitsluitend gericht op de tumorcellen. Vanwege het uitgebreide gebruik van immunotherapie en gerichte therapieën in klinische onderzoeken, krijgt de tumormicro-omgeving (TME) helaas minder aandacht. Hoogste tijd voor verandering!

Een nieuwe radioactieve behandeling
In dit innovatieve onderzoek zullen dr. H. Westdorp en zijn team bij verschillende tumoren, waaronder prostaatkanker, slokdarmkanker en dikke darmkanker, een nieuwe radioactieve behandeling die zich richt op de tumormicro-omgeving gaan bestuderen.

Waarbij de omliggende steuncellen worden aangevallen
Wat anders is dan gebruikelijk, is dat deze radioactieve behandeling niet de kwaadaardige cellen zelf aanvalt, maar juist de omliggende steuncellen rondom de kanker, de zogenaamde stromacellen. Het weefsel met normale cellen dat tussen de groeiende tumorcellen zit en de tumor stevigheid geeft en helpt met groeien. Door de radioactieve behandeling die specifiek gericht is op de aanval van deze steuncellen zullen er weinig gezonde cellen worden aangevallen, hetgeen de te verwachte bijwerkingen laag maakt.

Wat zijn daar de effecten van
Uniek aan dit onderzoek is dat de onderzoekers voorafgaand en tijdens de therapie zoveel mogelijk gegevens verkrijgen over de tumor en de omgeving waarin de kankercellen groeien. Daarom zullen ze op meerdere momenten extra studiebloed afnemen. Ook zullen ze zowel voor en tijdens de behandeling een biopt van een uitzaaiing nemen, zodat de effecten van de radioactieve therapie op het immuunsysteem kan worden onderzocht.

Hoopvol
De hoofdvraag van dit onderzoek is de vraag in welke mate FAB-gebaseerde TRT tot immunogene celdood leidt en een anti-tumor immuunrespons activeert. Als de resultaten er veelbelovend uitzien, zullen deze bevindingen worden gebruikt om een klinische vervolgstudie op te zetten die de werkzaamheid én veiligheid van gecombineerde FAB-TRT met een immuuncheckpointremmer evalueert. De integratie van de dosis radioactieve straling, zowel in dit voorstel als in toekomstige klinische studies, zal het mogelijk maken om de behandelingscombinatie van FAB-TRT met immuuncheckpointremmer op een veilige en geïndividualiseerde manier te bestuderen. Het uiteindelijke doel is om een uiterst doeltreffende persoonsgerichte behandeling voor mensen met vergevorderde kanker te ontwikkelen.

Dit onderzoek zal naar verwachting in Q1 2023 starten dankzij een gift van een major donor.

Hoofdonderzoekers
Dr. H. Westdorp
Prof. dr. J. Nagarajah

Adviseurs
Prof. dr. H.J. Bloemendal
Prof. dr. W.R. Gerritsen

Het onafhankelijke Scientific Review Board, zal zoals gebruikelijk, het onderzoek voorafgaand aan de start screenen.

Informatie

Bij sommige soorten kanker kunnen artsen door DNA-onderzoek voorspellen hoe groot de kans op uitzaaiingen is en met deze wetenschap de behandeling hierop afstemmen. In deze pilotstudie willen de onderzoekers weten of circulerend tumor-DNA als voorspeller kan gelden voor een vroege terugkeer van de ziekte. Als dit waar blijkt dan kan deze DNA test indicatie geven voor toekomstige aanvullende therapieën bij gelokaliseerde prostaatkanker met een hoog risico.

Waarom? Na een genezende operatie blijkt helaas vaak terugkeer
Bij patiënten met gelokaliseerd prostaatkanker kan vaak een genezende operatie worden uitgevoerd. Helaas blijkt dat bij ongeveer 50% van patiënten met hoog-risico kenmerken of gevorderd prostaatkanker de ziekte snel terugkeert met uitzaaiingen. Deze patiënten zijn op dat moment niet meer te genezen. Aanvullende behandeling na operatie (met onder andere hormoontherapie of chemotherapie) bij deze hoog-risicogroep leidt op dit moment niet tot een vermindering van terugkeer van ziekte.

Kan DNA-onderzoek in bloed helpen door detectie van achterblijvende tumorcellen
Waarschijnlijk kan met betere patiënt selectie wel een winst worden aangetoond van aanvullende behandeling na operatie. Detectie van minimale hoeveelheden achterblijvende kankercellen na prostaatoperatie blijkt zeer lastig met huidige beeldvormende technieken. Sinds kort kan met een extreem gevoelige DNA test in bloed, kanker-specifieke afwijkingen in DNA (zogenaamde mutaties) worden aangetoond na de operatie, wat zeer waarschijnlijk bewijzend is voor achterblijvende tumorcellen. Deze aanvraag beschrijft een studie waar achterblijvende kankercellen met deze zeer gevoelige test zullen worden aangetoond.

Is er een samenhang?
We zullen het onderzoek uitvoeren met hulp van 50 patiënten met hoog-risico kenmerken, die geopereerd worden binnen de Prosper prostaatcentrum. We onderzoeken of vroege opsporing met deze gevoelige test ook gecorreleerd blijkt met uiteindelijk terugkeer van ziekte.

Dat moet onderzocht worden!
We hopen dat we bij tenminste 10 tot 15 patiënten van de 50 met deze nieuwe gevoelige test achterblijvende kankercellen kunnen aantonen. Op basis van deze uitkomsten zullen we in een volgende studie bij deze patiënten een gerandomiseerde studie uitvoeren met observatie of aanvullende behandeling. Zo willen we onderzoeken of een betere patiëntselectie voor aanvullende therapie leidt tot vermindering van de terugkeer van ziekte.

Wilt u meehelpen om te zorgen dat er minder mannen last krijgen van de terugkeer van prostaatkanker?

Hoofdonderzoeker
dr. Niven Mehra, afdeling urologie Radboudumc Nijmegen

Medeonderzoekers vanuit Prosper
Michiel Sedelaar, afdeling urologie, Radboudumc Nijmegen
Rik Somford en Jean-Paul van Basten, afdeling urologie, CWZ Nijmegen
Robert Hoekstra en Erik Vrijhof, afdeling urologie Catharina Ziekenhuis Eindhoven

Helpt u mee dit onderzoek te realiseren?  
Dat kan!
Klik op de ‘Doneer nu’-knop.
In actie komen voor dit onderzoek kan natuurlijk ook. Klik dan op ‘Start actie’.

Wilt u liever uw donatie overmaken via ons rekeningnummer?
Dat kan via NL34RABO 033 00 00 039 o.v.v. ROF2219

© Copyright 2018 - 2024 Radboud Oncologiefonds - Alle rechten voorbehouden | Webdesign & Realisatie door Twin Digital