Informatie

In Nederland krijgen 400 vrouwen per jaar schaamlipkanker (vulvacarcinoom). Dit is een bedreigende vorm van kanker met veel impact op de fysieke, mentale en seksuele kwaliteit van leven van vrouwen. Vulvacarcinoom wordt behandeld met een operatie waarbij de tumor in de schaamstreek wordt verwijderd vaak in combinatie met 1 of meerdere lymfeklieren in de liezen. Hiermee is de kans op overleving na 5 jaar voor de hele patiëntengroep rond de 70%, maar het vrouwelijk lichaam raakt er wel door beschadigd. Dat moet en kan anders vindt dr. Joanne de Hullu.

Ondanks adequate behandeling keert bij ruim 40% van de vrouwen de tumor terug. Om de kans op terugkeer zo klein mogelijk te maken, wordt geadviseerd om de tumor tijdens de operatie ruim te verwijderen met een marge die groter is dan 1 cm. “De vraag is alleen of het hanteren van deze marge echt noodzakelijk is om de kans op terugkeer zo klein mogelijk te maken. Mocht de marge geen invloed hebben op de kans op terugkeer, kunnen ruime marges leiden tot meer schade van belangrijke aangrenzende structuren zoals de anus, clitoris of plasbuis.

Anders signaleren
Verder zijn er aanwijzingen dat de terugkeer van de ziekte ook op een andere manier kan worden aangetoond. De vraag is dus of deze behandeling wel de meest geschikte is,” vertelt De Hullu.

Dr. Joanne de Hullu doet daarom onderzoek naar de meest geschikte behandeling voor schaamlipkanker. Het doel van dit onderzoek is om:

  • te onderzoeken of het daadwerkelijk zo is dat een marge kleiner dan 8 mm leidt tot meer vrouwen waar het vulvacarcinoom plaatselijk terugkeert.
  • te onderzoeken of er andere factoren zijn aan te wijzen (dan de tumorvrije afstand) in het snijvlak die een relatie hebben met het terugkeren van kanker.

Als inderdaad de tumorvrije marge minder belangrijk is, dan hoeven vrouwen minder uitgebreid geopereerd te worden en is daarmee de operatie minder verminkend voor een groot aantal vrouwen. Zo kunnen essentiële structuren zoals anus, clitoris en plasbuis vaker worden behouden wat leidt tot minder morbiditeit.

Daarnaast zouden andere factoren in de snijvlakken kunnen bijdragen aan het herkennen van vrouwen die een verhoogd risico hebben voor het terugkeren van de ziekte, waardoor het verwijderen van een marge groter dan 1 centimeter niet meer nodig is.

Hoofdonderzoekers:
Dr. Joanne de Hullu

Mede-onderzoekers:
Dr. J.M.A. Pijnenborg, gynaecologisch oncoloog
J. Bulten, patholoog

Helpt u dr. Joanne de Hullu mee haar onderzoek te realiseren?
Dat kan!

Klik op de ‘Doneer nu’-knop. In actie komen voor het onderzoek van dr. Joanne de Hullu kan ook. Klik dan op ‘Start actie’.

Wilt u liever uw donatie overmaken via ons rekeningnummer? Dat kan via NL34RABO 033 00 00 039 o.v.v. ROF1813.