Nieuwe, dure kankermedicijnen eerder beschikbaar stellen lastiger dan gedacht: andere landen moeten meedoen
Nieuwe, veelbelovende kankermedicijnen staan soms jarenlang in de wacht omdat de overheid ze pas wil vergoeden na grondig onderzoek. Dit gaat vaak ten koste van patiënten. Een oplossing van oncologen, verzekeraars en Zorginstituut Nederland blijkt lastiger dan gedacht.
Nieuwe kankermedicijnen kosten soms wel 100.000 euro per patiënt per jaar. De overheid is daarom terughoudend met het verstrekken. Pas na grondig onderzoek kunnen ze worden opgenomen in het basispakket, ondanks dat de werking al bewezen is en patiënten er al mee geholpen zouden kunnen worden.
Oncologen, verzekeraars en Zorginstituut Nederland bedachten het Drug Access Protocol. Daardoor zouden deze medicijnen een half jaar tot een jaar eerder beschikbaar kunnen komen. ,,Idee is dat een medicijn door het betreffende farmaceutisch bedrijf beschikbaar wordt gesteld”, zegt internist-oncoloog Haiko Bloemendal van het Radboudumc in Nijmegen, een van de initiatiefnemers van het protocol. ,,Als het goede resultaten laat zien, krijgt het bedrijf achteraf betaald.” Werkt het niet, dan draagt het bedrijf de financiële lasten.
Tijdens behandeling bewijs verzamelen
Het gaat vooral om medicijnen voor bijvoorbeeld zeldzame kankersoorten, waarvoor het moeilijker is de (kosten)effectiviteit aan te tonen: er zijn immers niet zo veel patiënten om de werking van het medicijn bij te bewijzen. Idee is dat door middel van het protocol kankermedicijnen sneller beschikbaar komen, terwijl tijdens de behandeling aanvullend bewijs wordt verzameld over de effectiviteit.
Recent is het eerste medicijn beoordeeld en is voldoende bewijs geleverd om het door de verzekeraars te laten vergoeden. Het gaat om een medicijn tegen vergevorderd plaveiselcelcarcinoom, een slecht te opereren vorm van huidkanker. Patiënten kregen twee jaar lang toegang tot het medicijn en het werkt zó goed dat het sinds 1 januari is opgenomen in de basisverzekering.
Kan grote vlucht krijgen
Een mooi succes, maar met het protocol nog veel meer medicijnen sneller beschikbaar te krijgen, blijkt toch lastiger dan gedacht. ,,Doordat we ons richten op zeer zeldzame voren van kanker duurt het soms lang om voldoende patiënten te kunnen behandelen voor een goed oordeel. Theoretisch gezien kan het een grote vlucht krijgen, maar Nederland is slechts een kleine speler op een veel grotere Europese markt.” Vandaar dat nu gepoogd wordt om in Europees verband ook zo’n soort protocol op te zetten. ,,Maar dat is nog in een pril stadium, de gesprekken komen op gang.”
Wat het Radboudumc ondertussen doet, is in een speciale kliniek medicijnen testen die in een nog veel experimenteler stadium zijn. Hierbij gaat het om fase-1-medicijnen, die nog niet op mensen uitgeprobeerd zijn. Omdat daar risico’s aan zitten, gebeurt dat in principe alleen bij mensen die verder uitbehandeld zijn.
Die kliniek is deze week geopend: Bloemendal, voorzitter van Oncologienetwerk Onco Oost waarbij ook de ziekenhuizen in de wijde regio aangesloten zijn, ziet graag dat een behandeling met die nog experimentele medicijnen voor alle patiënten in de regio mogelijk is.
Het ultieme doel van alle onderzoek naar medicijnen en andere behandelingen is om kanker uiteindelijk een chronische ziekte te maken, en geen dodelijke meer. ,,Radicaal 100 procent kankercellen uitschakelen, daar geloof ik wat minder in.” Dat kan in een vroeg stadium al wel, maar kan niet bij gevorderde kanker, zegt de oncoloog. ,,Maar dat mensen dood gaan mét kanker in plaats van door, dat is het streven.”
Daar gaan nog wel een of twee generaties overheen, verwacht hij. ,,De wetenschap is goed op weg, maar het gaat niet snel. Het lukt wel steeds beter patiënten langere tijd te laten overleven.”
Artikel door Eric Reijnen Rutten uit De Gelderlander 3 februari 2024
Gepubliceerd in het kader van de Publiekslezing Wereldkankerdag 2024