Speekselklierkanker: verbetering van PSMA therapie
Speekselklierkanker is een zeldzame vorm van kanker die in de speekselklieren ontstaat. Er zijn maar liefst 22 verschillende soorten speekselklierkanker, wat het onderzoek naar deze ziekte vaak moeilijk maakt. Toch is onderzoek heel belangrijk, vooral voor mensen met gevorderde speekselklierkanker. Dit is wanneer de kanker terugkomt op dezelfde plek of zich verspreidt naar andere delen van het lichaam (uitzaaiingen). Omdat er maar weinig behandelingen beschikbaar zijn voor deze patiënten, is het belangrijk dat er nieuwe manieren worden gevonden om deze ziekte te behandelen. Daarom is het hoog tijd voor onderzoek naar nieuwe therapieën!
Waarom is onderzoek nodig?
Een van de soorten speekselklierkanker heet adenoïd cysteus carcinoom. Dit type kanker staat bekend om het feit dat veel mensen (ongeveer 60%) na verloop van tijd een gevorderde vorm van de ziekte ontwikkelen. Helaas is er op dit moment geen enkele behandeling die bewezen heeft de overleving van deze patiënten te verlengen. Daarom is er dringend behoefte aan onderzoek naar nieuwe therapieën die deze vorm van kanker kunnen bestrijden.
Nieuwe behandelmogelijkheden: PSMA therapie
Een veelbelovende nieuwe behandeling is PSMA therapie. Dit is een vorm van radioactieve therapie die al goede resultaten heeft laten zien bij mensen met prostaatkanker. Tussen 2020 en 2022 hebben onderzoekers in het Radboudumc deze therapie voor het eerst getest op patiënten met gevorderde speekselklierkanker. Hoewel de behandeling veilig bleek te zijn en weinig bijwerkingen had, was het niet zo effectief als gehoopt.
Hoe kan PSMA therapie verbeterd worden?
Onderzoekers ontdekten dat de stralingsdosis, die bij PSMA therapie gebruikt wordt, niet hoog genoeg was om de tumoren effectief te behandelen. Dit komt waarschijnlijk doordat de hoeveelheid PSMA, een eiwit waarop de therapie zich richt, in speekselklierkanker lager is dan in prostaatkanker. Dit is echter niet de enige reden. Er wordt nu onderzocht of de behandeling beter kan worden door nauwkeuriger te bepalen hoeveel straling precies in de tumoren terechtkomt en door de juiste patiënten te selecteren.
Wat betekent dit voor de toekomst?
Het doel van het huidige onderzoek is om de stralingsdosis in de tumoren vooraf beter te voorspellen. Om het PSMA in de tumoren te meten werd eerst één PET-scan gemaakt, maar dit bleek niet nauwkeurig genoeg. Door een nieuwe techniek te gebruiken waarbij drie PET-scans op verschillende momenten worden gemaakt hopen de onderzoekers beter te kunnen bepalen welke patiënten het meeste baat hebben bij de PSMA therapie. Deze nieuwe aanpak zou kunnen leiden tot een vervolgstudie met een nog effectievere vorm van PSMA therapie, die hopelijk de overleving van patiënten met adenoïd cysteus carcinoom kan verbeteren.
Help je mee?
Help je mee dit belangrijke project te realiseren?
Hoofdonderzoeker
Prof. Dr. C.M.L. van Herpen, Medische Oncologie Radboudumc
Medeonderzoeker
Prof. Dr. J. Nagarajah, Nucleaire Geneeskunde Radboudumc
Drs. N.J. van Ruitenbeek, Interne Geneeskunde Radboudumc