Borstkanker: wat is het effect van malariapillen op de behandeling
Doel van het onderzoek
Dr. Paul Span is onderzoeker bij Radiotherapie in het Radboudumc. Hij onderzocht wat het effect van malariapillen is op de behandeling van borstkanker. In het kort vertelt hij hier wat uit dat onderzoek is gekomen.
Radiotherapie is een belangrijk onderdeel van de behandeling van veel patiënten met (borst)kanker. Met zijn onderzoek wil Span deze behandeling effectiever maken.
Wat was de redenering?
Eerder bleek dat tumorcellen minder gevoelig zijn voor radiotherapie als er geen zuurstof in het weefsel is. Zuurstof is nodig voor cellen om te functioneren, maar sommige tumorcellen kunnen dit gebrek aan zuurstof (“hypoxie”) overleven door een proces te gebruiken dat “autofagie” heet. De ontdekker hiervan heeft in 2016 de Nobelprijs gekregen hiervoor. Span wilde autofagie remmen, zodat er geen hypoxische tumorcellen meer zouden zijn, en waardoor radiotherapie dan effectiever zou werken. Dit wilde hij doen met hydroxychloroquine (HCQ), een middel dat gebruikt werd tegen malaria, maar sinds kort vooral bekend is omdat men dacht dat het zou kunnen werken bij COVID19 infecties. Uit laboratoriumproeven was bekend dat HCQ “autofagie” remt, maar het is niet duidelijk of dat in mensen ook zou kunnen.
Hoe is het onderzoek uitgevoerd?
Met het geld van het Radboud Oncologie Fonds heeft Span borstkankerweefsel onderzocht vóór en na dat de patiënt HCQ kreeg, om na te gaan of het mogelijk was met dit middel hypoxische tumorcellen te laten verdwijnen. Bij de patiënten werd een biopt uit de tumor genomen. Daarna kregen de patiënten HCQ totdat ze geopereerd werden om de tumor te verwijderen. Door de hoeveelheid hypoxische, delende en dode cellen in de weefsels te vergelijken voor en na behandeling wilde Span zien of de hoeveelheid HCQ en tijdsduur van behandeling voldoende was voor een effect. Ook werd nagegaan in een samenwerking met de afdeling Pathologie of de remming van “autofagie” gemeten kon worden in het weefsel.
Wat zijn de resultaten?
Na alle metingen en onderzoek bleek dat er geen verschil voor en na behandeling te vinden was. Ook is nagegaan of er een verschil was tussen patiënten die wel of niet HCQ hadden gekregen vóór de operatie, maar ook daar werd geen meetbaar effect gezien. Omdat de patiënten de maximale hoeveelheid HCQ kregen waarbij geen bijwerkingen te verwachten is, zou de enige manier om het effect te versterken zijn door patiënten langer met HCQ te behandelen. Echter, we willen de operatie voor patiënten met borstkanker niet uitstellen. Alhoewel dit natuurlijk teleurstellend is, is het wel belangrijk om te weten dat deze behandeling geen meetbaar effect had, zodat we verder moeten zoeken naar een middel dat dit wel kan doen.
Publicatie: 24 augustus 2021