Blaaskanker, een betere behandeling

Radboud-Oncologie-Fonds-organisatie

Blaaskanker, een betere behandeling

Elk jaar krijgen bijna 7000 Nederlanders te horen dat ze blaaskanker hebben: 5400 mannen en 1600 vrouwen.

Bij blaaskanker wordt onderscheid gemaakt in twee groepen die anders worden behandeld en ook een andere prognose hebben: blaaskanker die nog niet in de spierlaag is gegroeid én blaaskanker die al wel in de spierlaag van de blaas is gegroeid.

Spierinvasieve blaaskanker (Muscle Invasive Bladder Cancer of MIBC) is een van de weinige soorten kanker waarvoor de prognose al decennia niet is verbeterd. Totale verwijdering van de urineblaas al dan niet met aan de operatie voorafgaande chemotherapie is de belangrijkste behandeloptie. Maar ondanks die ingrijpende behandeling zal meer dan 50% van de patiënten binnen 5 jaar aan de ziekte overlijden. Dit kan en moet beter!

“Misschien doen we wel iets fout bij deze vorm van kanker waarbij al decennia nauwelijks vooruitgang is geboekt. Het is echt hoog tijd dat we dat goed uitzoeken”, aldus Bart Kiemeney


De methode om onderscheid te kunnen maken tussen de twee vormen van blaaskanker is een eerste operatie waarbij de tumor via de plasbuis wordt verwijderd. Die operatie wordt TURT genoemd. De afkorting van Trans Urethrale Resectie van de Tumor). Als daarbij blijkt dat de tumor al in de spierlaag is gegroeid moet dus nog een ingrijpende verdere behandeling volgen. Maar er zijn aanwijzingen dat die eerste operatie een risico met zich mee kan brengen. Als tijdens die operatie tumorcellen in de bloedbaan terecht komen dan zouden deze de oorzaak kunnen zijn van uitzaaiingen die nog niet aantoonbaar zijn op het moment van de tweede operatie waarbij de gehele blaas wordt weggenomen. In dit onderzoek willen we nagaan of er méér tumorcellen in het bloed circuleren net ná zo’n operatie via de plasbuis dan net vóór die operatie. Als dat het geval is dan kunnen we daarna bekijken of een andere manier om spier-ingroei aan te tonen (niet meer met een operatie maar met een MRI scan van de blaas) de prognose van patiënten met zo’n tumor verbetert.

Plan van onderzoek
Nieuwe patiënten met een verdenking op blaaskanker zullen met een kijker via de plasbuis worden beoordeeld op de kans op spier-invasieve blaaskanker. Alle patiënten waarbij die kans hoog is  zullen om toestemming worden gevraagd om net vóór en net ná de TURT buisjes bloed af te mogen nemen.

In het bloed worden circulerende tumorcellen (CTC's) gemeten. Bij die patiënten die vóór de TURT geen CTC’s hebben maar na de TURT wel worden de CTC’s verder onderzocht. In die cellen wordt gezocht of ze karakteristieken hebben waarvan bekend is dat ze uitzaaiing mogelijk maken.

Elke kleine verbetering telt
Als we in staat zijn om aan te tonen dat de TURT leidt tot circulerende tumorcellen en als we daarnaast kunnen laten zien dat die cellen de oorzaak van uitzaaiingen kunnen zijn, dan is de volgende stap om in een grotere studie een alternatieve techniek om spier-ingroei vast te stellen te onderzoeken. Dit zou de standaard urologische praktijk bij blaaskanker, die al tientallen jaren niet is veranderd, volledig kunnen veranderen. En bij een vorm van kanker waarbij zo weinig vooruitgang is geboekt telt elke minimale verbetering!



Onderzoekers: 
Prof. dr. Bart Kiemeney, epidemioloog
Dr. Toine van der Heijden, oncologisch uroloog
Dr. Gerald Verhaegh, moleculair bioloog

Onze onderzoeksgebieden

Resultaten onderzoeken

Longkanker

Longkanker en poepbacterie

Prostaatkanker

Prostaatkanker onderzoek

Blaaskanker

Onze onderzoeken

Meer onderzoeken

Help mee

Contact
Doneren
Header-prostaatkanker-DNA-als-leidraad