Van baarmoederhalskanker en eierstokkanker hebben veel mensen wel gehoord. Maar vulvakanker oftewel schaamlipkanker is minder bekend. Toch treft deze vorm van kanker ieder jaar zo’n 400 vrouwen. Een aantal dat elk jaar toeneemt. Voor veel vrouwen ligt hier nog een taboe op. Een extra reden om hier aandacht aan te besteden in onze nieuwsbrief want de gevolgen zijn ingrijpend; zowel fysiek en mentaal als op seksueel gebied. Dit komt mede door de behandeling waarbij de tumor met een ruime marge wordt verwijderd. Het onderzoeksteam van dr. ­Joanne de Hullu en dr. Hanny Pijnenborg wil de negatieve en ongewenste effecten verminderen. Onderzoeker Noortje Pleunis vertelt er meer over. 

Noortje is gynaecoloog in opleiding en onderzoeker bij het team van dr. Joanne de Hullu en dr. Hanny Pijnenborg. ‘Vulva­kanker ontstaat aan de buitenkant van de vrouwe­lijke geslachtsorganen. Daar komt een tumor die kan uitzaaien naar de lymfeklieren en in zeldzame gevallen naar de longen, botten of de huid. Het is een bedreigende vorm van kanker met zeer ingrijpende gevolgen voor de patiënt.’ vertelt Noortje.

‘Niet alleen bij oudere vrouwen komt de ziekte voor maar de laatste jaren komt ook bij jongere vrouwen deze ziekte vaker voor. Op die leeftijd is de oorzaak vaak het HPV-virus, dat ook bekend staat als de veroorzaker van baarmoederhalskanker. De prognose is afhankelijk van het stadium waarin de tumor zich bevindt. Ongeveer 75% van de vrouwen die zich in een vroeg stadium van de ziekte bevinden leeft na 5 jaar nog. Ondanks de adequate behandeling keert bij ruim 40% van de vrouwen de tumor binnen 10 jaar terug.’ 


‘Vrouwen kunnen vaak moeilijker plassen of hebben problemen bij gemeenschap.’


Verminking
De behandeling van vulvakanker bestaat uit een operatie. Noortje: ‘Bij een operatie snijden we de tumor weg, met een marge van 1 cm rondom.’ Als de tumor 3 tot 4 cm groot is, kan je je voorstellen dat de gevolgen voor een vrouw behoorlijk ingrijpend zijn. Veel van de patiënten houden blijvende klachten over na de behandeling zoals moeilijk plassen of problemen bij gemeenschap. De vraag is of de tumorvrije marge van 1 cm nodig is om de kans op terugkeer zo klein mogelijk te maken. ‘De laatste onderzoeken wijzen uit dat de aanwezigheid van voorloper stadia meer bepalend zijn voor de terugkeer van de tumor. De marge die wordt aangehouden heeft hier mogelijk minder invloed op. Daarom willen we naast de tumorvrije marge ook andere ­risicofactoren voor terugkeer ­onderzoeken.

Het onderzoek bestaat uit twee onder­delen. De patholoog onderzoekt het weefsel dat bij een groep patienten uit het verleden bij de operatie is weggehaald. Als eerste wordt gekeken hoe groot de tumorvrije marge is. De vraag of een marge kleiner dan 8 mm ook tot gevolg heeft dat bij meer vrouwen de tumor terug is gekeerd, wordt hiermee onderzocht.

Als een vrouw met klachten bij de ­gynaecoloog komt wordt als eerste een biopt afgenomen. Op basis daarvan wordt de diagnose gesteld. Noortje: ‘Wat we willen onderzoeken is of er al kenmerken in het biopt aanwezig zijn waaruit we kunnen opmaken hoe ­agressief de ­tumor is en of er ­voorloper stadia ­aanwezig zijn. Over deze ­voorloper ­stadia is in de afgelopen jaren steeds meer ­bekend ­geworden. Hierop beoordelen we ook de biopten en tumoren van deze ­patientengroep. Met die kennis kunnen we nog beter kijken naar de agressiviteit van de tumor en de kans inschatten op terugkeer.’

Effecten van het onderzoek 
Doel is om een behandeling op maat ­mogelijk te maken. ‘We willen de ­negatieve en ongewenste effecten van de behandeling verminderen. De schade aan het vrouwelijk geslachtsorgaan ­veroorzaakt naast de fysieke problemen vaak ook mentale problemen waardoor patiënten zich minder vrouw voelen. Kortom, de effecten zijn heel groot op het leven van de vrouw. Dit onderzoek is zeer belangrijk om de behandeling te ­optimaliseren en ingrijpende ­negatieve ongewenste effecten te kunnen ­verminderen.’ 


Helpt u dr. Joanne de Hullu, drs. Noortje Pleunis en dr. Hanny Pijnenborg mee hun ­onderzoek te realiseren? 

Het onderzoeksteam met v.l.n.r dr. Joanne de Hullu, drs. Noortje Pleunis en dr. Hanny Pijnenborg

Wilt u liever uw ­donatie ­overmaken via ons rekening­nummer?
Dat kan via ­NL34RABO 033 0000 039 o.v.v. 3000 3078 1720 0007 op naam van Stichting ­Radboud Fonds inzake Radboud Oncologie Fonds.


Lees ook het interview met verpleegkundig specialist gynaecologische oncologie Marjolein Langen. Lees meer >>