Aanknopingspunten voor betere preventie, betere uitkomsten en hogere kwaliteit van leven

Vandaag publiceert IKNL de resultaten van een eerste verkenning waarin vrouw-manverschillen bij kanker zijn geïnventariseerd. Deze studie werpt licht op diverse aspecten, waaronder diagnose, behandeling, overleving en kwaliteit van leven bij vrouwelijke en mannelijke kankerpatiënten.

Mannen met een bepaald type kanker krijgen vaker dan vrouwen een behandeling die is gericht op het verkleinen van de tumor. Bij vrouwelijke patiënten richt de behandeling zich vaker op pijnbestrijding en andere vormen van vermindering van de klachten. Het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) wil dat wordt uitgezocht hoe dat komt.

Het verschil in behandeling is een van de conclusies in een onderzoek van het IKNL zelf. Het kennisinstituut analyseerde cijfers over kankersoorten die zowel bij mannen als vrouwen voorkomen en zette de verschillen op een rij.


Deze eerste verkenning van vrouw-manverschillen bij kanker is een belangrijke stap in de richting van meer gepersonaliseerde en effectieve kankerzorg in Nederland


Enkele belangrijke bevindingen van dit onderzoek zijn:

Diagnose-verschillen 

Mannen krijgen nog steeds vaker kanker als we ons beperken tot de kankersoorten die zowel bij vrouwen als mannen voorkomen. Dit betreft met name Kaposisarcoom (zeldzame kanker van de bloedvaten), slokdarmkanker, mesothelioom (ook wel asbestkanker genoemd) en blaaskanker. Voor de meeste kankersoorten is er geen of een minimaal verschil in stadium waarin de kanker wordt ontdekt tussen vrouwen en mannen. Er zijn echter uitzonderingen, zoals blaaskanker, wat bij vrouwen vaker in een hoger stadium wordt gediagnosticeerd, en schildklierkanker, wat juist vaker bij mannen in een hoger stadium gediagnosticeerd wordt. Reflecterend op het rapport zegt dr. Arwen Pieterse, universitair hoofddocent medische besluitvorming LUMC hierover: ‘Als vrouw kijk je niet per se raar op als er bloed bij de urine zit. Maar het is wel belangrijk voor huisartsen om klachten serieus te nemen zodat diagnostisering niet vertraagd wordt.’  

Behandeling

De mogelijkheden voor behandeling van kanker hangen af van onder andere het stadium van de ziekte, de leeftijd van de persoon en comorbiditeit (bijkomende ziekten). Dit verklaart deels de behandelverschillen die we zien tussen vrouwen en mannen, maar kan niet alles verklaren. Zo zien we dat vrouwen minder vaak een systemische therapie (die werkt op het hele lichaam) krijgen dan mannen bij onder andere melanoom en dikkedarmkanker. Vrouwen, vooral oudere vrouwen, lijken juist vaker supportive care (geen tumorgerichte behandeling) te krijgen. Kasper Klaarenbeek, ervaringsdeskundige en schrijver van het boek ‘Écht de Sjaak!’ merkt hierover desgevraagd op: ‘Het verschil dat mannen intensiever behandeld worden dan vrouwen is opvallend. Misschien zijn mannen bereid om langer en intensiever een behandeling te ondergaan vanuit de behoefte om dingen te fixen.’ Ten aanzien van verschillen in de werkzaamheid van een behandeling en verschillen in complicaties is nog veel onbekend. Het is daarom van belang dat er in onderzoek meer vrouwen worden geïncludeerd en dat er specifiek gekeken wordt naar sekse-verschillen en vooral waarom die er zijn.


Het benadrukt de noodzaak van aandacht voor sekse-verschillen in de oncologie.


Overleving

Het rapport laat zien dat overlevingskansen kunnen variëren tussen vrouwen en mannen, afhankelijk van het type kanker en stadium. Over het algemeen hebben vrouwen een betere overleving dan mannen. Dat zien we vooral terug bij schildklierkanker, myeloide maligniteiten (kanker van bloedcellen), en huidkanker (melanoom en plaveiselcelcarcinoom). Blaaskanker is één van de uitzonderingen, waarbij mannen een betere overleving hebben dan vrouwen. Bij sommige tumorsoorten spelen verschillen in het ziektestadium bij diagnose een rol. Ook kunnen verschillen in behandeling en de werkzaamheid hiervan anders zijn voor vrouwen en mannen. Meer en gerichter onderzoek hiernaar kan meer duidelijkheid geven over de oorzaak van verschillen in overleving.

Kwaliteit van Leven 

Mannen met dikkedarm- en endeldarmkanker, lymfomen (gezwel van het lymfestelsel), basaalcelcarcinomen of plaveiselcelcarcinomen (vormen van huidkanker) hebben een betere kwaliteit van leven tijdens en na de behandeling dan vrouwen die gediagnosticeerd zijn met één van deze kankersoorten. Sabine Oertelt-Prigione, hoogleraar Gender in Primary and Transmural Care aan de Radboud Universiteit, zegt hierover: ‘Als je naar de data en de verschillen tussen mannen en vrouwen kijkt, lijkt het of mannen beter scoren op functioneren. Maar als je het vergelijkt met de gezonde bevolking, zien we dat de impact van kanker op mannen juist veel groter is. Misschien is voor hen dus meer of andere ondersteuning nodig. Daar moeten we als zorgverleners oog voor hebben, want iederéén is kwetsbaar in een situatie waarin je kanker krijgt.’ 

‘Deze eerste verkenning van vrouw-manverschillen bij kanker is een belangrijke stap in de richting van meer gepersonaliseerde en effectieve kankerzorg in Nederland,’ zegt Thijs Merkx, bestuursvoorzitter IKNL. ‘Het benadrukt de noodzaak van aandacht voor sekse-verschillen in de oncologie. We doen dan ook een beroep op onderzoekers, onderwijsinstellingen, zorgprofessionals en beleidsmakers in de oncologie voor meer aandacht voor dit onderwerp. Immers, gelijke toegang tot de gezondheidszorg is voor iedereen een belangrijk recht. En gezien de vrouw-manverschillen kan een onderscheid in aanpak noodzakelijk zijn om uiteindelijk gelijke gezondheidsuitkomsten te bereiken.’

IKNL roept op tot verdere samenwerking en onderzoek om de vrouw-manverschillen in kanker beter te begrijpen en de zorg voor kankerpatiënten te verbeteren. 

Bron: www.iknl.nl