Adolescenten en jongvolwassenen die kanker overleven, worstelen vaak nog jaren na de diagnose met sociale problemen. Uit onderzoek van Olga Husson van het Radboudumc onder 215 jonge kankerpatiënten blijkt dat deze patiënten vanaf het eerste jaar na de diagnose sociaal stagneren, waardoor zij er na genezing slechter er aan toe zijn dan hun kankervrije leeftijdsgenoten. Op 20 maart publiceerden de onderzoekers de resultaten in het wetenschappelijke tijdschrift Cancer. |
Mensen in de leeftijd van 15 tot 39 maken normaal gesproken al grote lichamelijke, emotionele, cognitieve en sociale ontwikkelingen door. Voor wie in deze leeftijd de diagnose kanker krijgt, komt daar een zware uitdaging bij. Eerder onderzoek liet zien dat jonge kankerpatiënten meer problemen hebben met sociaal functioneren dan gezonde leeftijdsgenoten en patiënten van oudere leeftijd. Bijvoorbeeld in het aangaan van relaties, of het functioneren in groepen. Hoe deze sociale problemen zich ontwikkelen in de jaren na de diagnose, was nog nauwelijks onderzocht.Vragenlijstenonderzoek Om de veranderingen in sociaal functioneren bij kankerpatiënten van 15 tot 39 jaar te volgen in de eerste twee jaar na hun diagnose, vroegen Olga Husson van het Radboudumc en haar Amerikaanse collega’s aan patiënten van vijf Amerikaanse ziekenhuizen een vragenlijst in te vullen. Dit deden zij vlak na het krijgen van de diagnose, één jaar en twee jaar daarna. Uiteindelijk vulden 141 kankerpatiënten op alle drie de momenten een vragenlijst in.Stagneren Op alle drie de meetmomenten was het sociaal functioneren van de jonge kankerpatiënten slecht in vergelijking met dat van hun gezonde leeftijdsgenoten. In het eerste jaar vond er gemiddeld genomen wel verbetering plaats, maar daarna stagneerde dat en hadden de jonge kankerpatiënten nog steeds een lager niveau in vergelijk met gezonde mensen. Van patiënt naar overlever Klachten of stress |