Identificatie van kankerstamcellen in acute myeloïde leukemie

20-02-2014

 

Voorlopercellen van acute myeloïde leukemie blijken in een heel vroeg stadium al een kenmerkende mutatie te bevatten, die de kans op bloedkanker vergroot. Dit schrijft een onderzoeksgroep, waarvan ook René Marke van het Radboudumc deel uitmaakt, in Nature. De ontdekking biedt perspectief op het vroeger ontdekken van de ziekte en verklaart deels waarom de ziekte na chemotherapie soms toch terugkeert.

 

Acute myeloïde leukemie is de meest voorkomende vorm van bloedkanker (leukemie) bij volwassenen. De ziekte kenmerkt zich door een ongecontroleerde groei van bloedvormende stamcellen in het beenmerg. Net als andere vormen van kanker, ontstaat acute myeloïde leukemie door opeenvolgende veranderingen (mutaties) in het DNA. Die stapeling van mutaties in de bloedcellen leidt uiteindelijk tot leukemie.

 

Alle witte en rode bloedcellen, maar ook de bloedplaatjes, ontstaan uit de bloedvormende stamcellen in het beenmerg. Die bloedcellen ontwikkelen zich door voortdurende afsplitsing en specialisatie. Uit de bloedstamcel ontstaan eerst lymfoïde en myeloïde stamcellen. De myeloïde stamcel staat op zijn beurt weer aan de basis van vier nieuwe ‘productielijnen’, namelijk die van megakaryoblasten, pro-erytroblast, myoblasten en monoblasten. En in elk van deze vier productielijnen ontstaan vervolgens weer nieuwe fases van verder ontwikkelde cellen.

Iets merkwaardigs

Acute myeloïde leukemie is een vorm van bloedkanker die ontstaat in die myeloïde productielijn door mutaties die ophopen tijdens de celontwikkeling. René Marke, onderzoeker in opleiding bij het laboratorium kinderoncologie afdeling Kindergeneeskunde, deed afgelopen jaar leukemieonderzoek aan de Universiteit van Toronto. “Ik ging ernaar toe om de genetische variatie tussen leukemiecellen te beschrijven”, zegt Marke. “Op die manier ontstaat meer inzicht in de genetische achtergrond van leukemiecellen die resistent worden tegen chemotherapie.”

 

Het was al bekend dat vroeg optredende mutaties in genen zoals DNMT3A, NPM1 of FLT3, leiden tot het ontstaan van zogenaamde pre-leukemische cellen. Pre-leukemische cellen kunnen uitgroeien tot leukemie, wanneer er nog meer veranderingen in het DNA van deze cellen plaatsvinden. Marke zag tijdens het bloedonderzoek van AML-patiënten iets merkwaardigs: “In de gezonde cellen van patiënten zat in veel gevallen al een mutatie in het DNMT3A gen, terwijl andere mutaties nog ontbraken. Dit wijst erop dat mutaties in het DNMT3A al in een heel vroeg stadium van leukemieontwikkeling optreden. Zelfs al in de bloedvormende stamcellen.

Stamcellen overleven chemotherapie

Verder onderzoek leerde dat de stamcellen met een DNMT3A-mutatie een duidelijk groeivoordeel hadden in vergelijking met niet gemuteerde stamcellen. Dat is de basis voor leukemie. Marke: “Ook bleek dat in patiënten waarin de leukemie verdwenen was na chemotherapie, deze gemuteerde stamcellen nog steeds aanwezig waren. Op de een of ander manier overleven deze gemuteerde stamcellen dus de chemotherapie. De aanwezigheid van dergelijke pre-leukemische stamcellen na de behandeling verklaart waarom veel patiënten na verloop van tijd toch weer leukemie krijgen.”

 

De ontdekking, die in Nature is gepubliceerd, verschaft een verrassend nieuw inzicht in de eerste stappen van leukemieontwikkeling. Frank van Leeuwen, onderzoeker in het Radboudumc en copromotor van Marke, benadrukt het belang van de ontdekking: “Therapieën die specifiek gericht zijn op vroege detectie en behandeling van deze pre-leukemische stamcellen, kunnen de kans op terugkeer van de ziekte aanzienlijk verminderen. En mogelijk stelt preventief screenen op dit soort leukemische voorlopercellen in nog gezonde (oudere) volwassenen ons in staat om deze patiënten te behandelen voordat de ziekte zich openbaart.”

Helpt u meer onderzoek mogelijk maken?

Word ook vriend en geef aan wetenschappelijk onderzoek naar kanker. 

 

[wat kan ik doen]