Hoe vertel je een kind dat hun moeder, vader, opa of broertje kanker heeft? Op welke manier sluit je aan bij hun belevingswereld, hun taal en hun gevoel? Met het ‘kinderkletspakket’ ondersteunen Kim Messelink, Ingrid Hendriks en andere verpleegkundigen in het Radboudumc gezinnen met deze moeilijke taak.

Het waren verhalen van patiënten waardoor Kim en haar collega’s op de afdeling Hematologie besloten om extra hulp te bieden aan gezinnen die getroffen worden door kanker. “Vanuit de patiënten hoorden we dat zij het fijn vinden om hulp te krijgen bij het vertellen van het verhaal over kanker. Niet alleen de patiënt zelf krijgt namelijk te maken met de ziekte: ook familie- en gezinsleden moeten leren omgaan met de nieuwe situatie waarin iemand van dichtbij kanker heeft. Vooral voor kinderen is dat een ingrijpende gebeurtenis, ” vertelt Kim Messelink.

Leeftijdsafhankelijk   
Haar collega Ingrid Hendriks legt verder uit: “Wat zeg je tegen kinderen uit verschillende leeftijdscategorieën? Kinderen van 2 tot 7 jaar reageren anders dan kinderen die ouder zijn. In die jonge doelgroep zie je dat de impact van de ziekte vooral in het gedrag tot uiting komt. Oudere kinderen hebben vaker de behoefte om erover te praten. Om dit op een zo goed mogelijke manier op te vangen, adviseren wij ouders altijd om eerlijk te zijn: ga niks verzinnen. Vertel eerlijk dat het om kanker gaat. Noem het zoals het is.”

Bespreekbaar maken
Met het initiatief van het kinderkletspakket willen de verpleegkundigen gezinnen helpen om dit moeilijke onderwerp beter bespreekbaar te maken.