Binnen één jaar na de start van zijn onderzoek kon dr. Erik Aarntzen de eerste resultaten melden bij het Radboud Oncologie Fonds. “We weten nu beter hoe het werkt, nu willen we die kennis natuurlijk ook gaan gebruiken om betere behandelingen te ontwikkelen!”

Dr. Erik Aarntzen is nucleair geneeskundige. In zijn onderzoek naar naar Alvleesklierkanker keek hij naar de biologische eigenschappen van alvleeskliertumoren door radio-actief molecuul (radionuclide) toe te voegen aan glucose. “Kankercellen willen zich vermenigvuldigen dus die hebben meer energie nodig. Door die radionuclide kunnen we door middel van een PET-scan precies achterhalen waar ineens opvallend veel glucose wordt gebruikt.”

Heterogene tumoren

Maar bij sommige patiënten vertoont de alvleeskliertumor een ‘rommelig’ beeld. Delen van de tumor gebruiken veel glucose en andere delen niet. Dit worden heterogene tumoren genoemd. “De eerste stap van het onderzoek was om die heterogeniteit meetbaar en inzichtelijk te maken en te onderzoeken of er een verband bestaat met de overlevingskans. Wat blijkt is dat de heterogene verdeling van glucoseverbruik een kortere overlevingskans betekent voor de patiënt.”

Hoe komt dat? 

“Dat was de tweede stap van het onderzoek: het ontrafelen van de onderliggende biologische processen.” Het Radboudumc werkt daarin samen met de Universiteit van Essen die gespecialiseerd is  in fundamenteel onderzoek bij alvleesklierkanker.

Beschermde tumor

In een tumor zitten niet alleen maar slechte cellen, maar ook bindweefselcellen (stroma). Bij sommige alvleesklierkankerpatiënten is die hoeveelheid stroma opvallend hoog. Dat functioneert als bescherming van de tumor. Chemotherapie en andere therapieën dringen er nauwelijks doorheen. Dat kan dus verklaren dat behandeling van alvleesklierkanker zo moeilijk is. Stroma wordt gemaakt door fibroblasten. Aarntzen: “Tegen die fibroblasten hebben we een antilichaam ontwikkeld waar we een speciaal fluorescent molecuul aan koppelen. Als we dit molecuul met bijna-infrarood licht beschijnen, geeft het zuurstofradicalen af die zeer schadelijk zijn voor de omliggende cellen. De eerste experimenten wijzen erop dat fibroblasten zo selectief kunnen worden uitgeschakeld.”

Door de fibroblasten uit te schakelen zal de hoeveelheid bindweefsel in alvleesklierkanker worden verminderd. Door op deze manier de bescherming van de tumor te breken, zullen misschien de bestaande behandelmogelijkheden zoals chemotherapie en immunotherapie, meer resultaat opleveren. “Dit willen wij natuurlijk graag verder onderzoeken! Het volgende onderzoeksvoorstel ligt er dus al.”

Dr. Christina Hulsbergen-Van de Kaa had € 4.114,- aan donaties ontvangen voor haar onderzoek om overbehandeling bij prostaatkanker te voorkomen. Ze had nog € 31.085,- nodig. Het verlossende telefoontje kwam eind oktober: een stichting wilde de rest van het onderzoek financieren.

‘Het is geweldig dat we nu kunnen starten. Overbehandeling kan namelijk tot veel ellende leiden, denk maar eens aan alle bijwerkingen,’ zegt Hulsbergen-Van de Kaa. ‘Niemand wil een operatie of chemotherapie die achteraf niet nodig was. Maar om te kunnen vaststellen wat de juiste behandeling is, moeten we precies weten met wat voor soort tumor we te maken hebben, zodat we niet te veel, maar ook niet weinig behandelingen bieden.’

Alternatieve markers

Prostaatkanker wordt nu opgespoord met een bloedtest en een biopt: een klein stukje weefsel dat via een holle naald wordt afgenomen en vervolgens onder de microscoop wordt bekeken door een patholoog. ‘Die bekijkt het weefsel en bepaalt aan de hand van de zogenaamde Gleason score de agressiviteit van de tumor. Minder agressieve tumoren en heel agressieve tumoren kunnen we hiermee goed opsporen, maar juist de middencategorie is heel moeilijk te beoordelen. Om het gedrag van de tumor te helpen voorspellen zijn we daarom op zoek gegaan naar alternatieve markers, bijvoorbeeld een gen in het DNA.’

PTEN-gen

‘Nu spelen er meerdere genen een rol bij het ontstaan van prostaatkanker. De meest voorkomende genetische afwijking is verlies van het PTEN-gen. Als dit gen ontbreekt wijst dat op een kwaadaardige, agressieve tumor. Recent is het mogelijk geworden om met kleurstoffen aan te tonen of er wel of geen PTEN in een biopt aanwezig is, maar dat wordt nu nog niet in de praktijk gebruikt.’

Betere diagnose

Hulsbergen-Van de Kaa en haar team willen in dit onderzoek aantonen dat het PTEN-gen een nieuwe marker is om de agressiviteit van de tumor in beeld te brengen. ‘Want dan kan het in de praktijk worden gebruikt om diagnoses te stellen. Zo kan beter bepaald worden welke tumoren geopereerd moeten worden, en welke niet. Of er chemo nodig is, of juist niet. Dit leidt tot minder overbodige behandelingen bij ongevaarlijke tumoren en een sneller ingrijpen bij kwaadaardige tumoren. Dat is winst voor de patiënt. Heel veel winst.’


Dr. Christina Hulsbergen-Van de Kaa

Help mee
Ook u kunt helpen de prognose van kankerpatiënten te verbeteren. Help onderzoekers als Christina Hulsbergen-Van de Kaa en doneer aan onderzoek naar kanker in het Radboudumc.
Help mee

Kleine biologisch afbreekbare capsules van eiwitten kunnen anti-kankermedicijnen gericht en in hoge concentratie op de plek van een tumor krijgen. Hiermee blijft de schade aan gezond weefsel beperkt en zijn de medicijnen succesvoller in het aanvallen van de tumorcellen dan medicijnen zonder capsule. Dat stelt biochemicus Etienne van Bracht van het Radboudumc. Met de resultaten van dit onderzoek komt de toepassing van deze capsules in de patiëntenzorg een stap dichterbij. Etienne van Bracht promoveert op 17 juni.

Lees het volledige bericht op de website

 

© Copyright 2018 - 2024 Radboud Oncologiefonds - Alle rechten voorbehouden | Webdesign & Realisatie door Twin Digital