Het is al langer bekend dat mensen met een laag inkomen gemiddeld korter leven en eerder gezondheidsproblemen ervaren dan mensen met een hoog inkomen. Dit geldt ook voor het risico op kanker. Dat blijkt uit een recente studie van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). In dit eerste deel van een drieluik werd specifiek gekeken naar de relatie tussen inkomen en het voorkomen van kanker, maar ook het stadium waarin kanker wordt vastgesteld.

Risico op kanker

De meer dodelijke vormen van kanker zoals zoals longkanker, leverkanker, maagkanker, hoofd-halskanker en primaire tumor onbekend (PTO) treffen aanzienlijk vaker mensen met een lagere sociaal-economisch status. Mensen met een laag inkomen of een lagere opleiding roken vaker, bewegen minder en hebben vaker overgewicht.

Het grootste verschil tussen inkomensgroepen werd waargenomen bij leverkanker, gevolgd door maagkanker, primaire tumor onbekend, hoofd-halskanker en longkanker. Die laatste komt twee tot drie keer vaker voor bij mannen in de laagste inkomensgroep. Van hen is bekend dat zij het meest roken van alle Nederlanders.

Aan de andere kant komen kankers zoals huidkanker, borstkanker, prostaatkanker en zaadbalkanker vaker voor bij hogere inkomensgroepen. Huidtumoren, zoals bijvoorbeeld melanomen, komen juist twee keer vaker voor bij mensen met hogere inkomens. Blootstelling aan de zon is groter dan bij de lagere inkomensgroepen doordat zonvakanties eerder in trek waren bij mensen met meer geld.

Stadium van kanker

Het stadium waarin kanker wordt ontdekt, is over het algemeen vergelijkbaar tussen inkomensgroepen, maar patiënten uit hogere inkomensgroepen hebben vaak een gunstiger stadium bij diagnose. Toch zijn mensen met een hoger inkomen er wel vaker eerder bij als het gaat om kankersoorten die ook via bevolkingsonderzoeken worden opgespoord (darmkanker, borstkanker, baarmoederhalskanker). Ze nemen vaker aan de programma’s deel. Daarnaast doen zij ook sneller aan preventie via het HPV-vaccin (de prik tegen baarmoederhalskanker, kanker aan mond- en keelholte, de vagina, schaamlippen, de anus en de penis). Hierdoor wordt hun kans op het ontwikkelen van kanker verlaagd of de ziekte wordt eerder ontdekt met betere behandelingsmogelijkheden als gevolg.

Gezonde leefstijl en bestaanszekerheid verhogen

Het IKNL roept op tot overheidsinvesteringen in beleid dat gezondheidsverschillen verkleint en benadrukt de aandacht voor preventie. Daarnaast zou de bestaanszekerheid voor kwetsbare groepen moeten worden verhoogd. Ook worden mensen aangemoedigd een gezonde levensstijl te volgen en deel te nemen aan screenings en vaccinatieprogramma’s.

Lees hier de hele publicatie van het IKNL over het verband tussen inkomen en kankerdiagnoses

Om haar leven te redden, werd bij Tanya haar maag verwijderd. Twee van haar drie kinderen ondergingen dezelfde zware operatie. Lees het artikel dat het tijdschrift Libelle heeft gepubliceerd om te ontdekken hoe haar overleden zus hun levens redde, en hoe Tanya nu strijdt voor meer bewustzijn en onderzoek naar deze ziekte. “Als ik aandacht wil voor deze ziekte, móet ik mijn eigen verhaal delen” aldus Tanya.

Foto: dr. Tanya Bisseling in de Libelle

Doel, nut en noodzaak
Het onderzoek van Tanya is erop gericht om de voortgang van diffuus-type maagkanker in CDH1-patiënten te bestuderen om meer inzicht te krijgen bij welke patiënten de impactvolle maagverwijdering kan worden voorkomen door endoscopische monitoring. Stel je eens voor wat dat voor patiënten zal betekenen! Help jij Tanya zodat zij kan gaan starten met het onderzoek? Doneer dan via deze link.

Levertumoren van binnenuit bestralen gebeurt al enige tijd. De methode lijkt ook geschikt voor tumoren in andere organen. Ysbrand Willink onderzoekt hoe veilig het is om tumoren in de alvleesklier van binnenuit te bestralen.

Jaarlijks sterven in Nederland ongeveer 3000 mensen aan alvleesklierkanker. De ziekte is moeilijk behandelbaar omdat de diagnose vaak (te) laat wordt gesteld en een genezende behandeling meestal niet meer mogelijk is. Slechts een klein deel van de patiënten kan een operatie ondergaan om de tumor te verwijderen, dit is de best mogelijke behandeling. Maar meestal is zo’n operatie niet mogelijk omdat de tumor is uitgezaaid naar andere organen of omdat er belangrijke bloedvaten in de groeiende tumor zitten. Daarnaast hebben de patiënten vaak veel last van de symptomen die de tumor veroorzaakt. Daarom wordt gezocht naar nieuwe lokale en mogelijk levensverlengende behandelingen om de symptomen te bestrijden en om de bloedvaten los te krijgen van de tumor zodat sommige patiënten misschien toch geopereerd kunnen worden.

Haalbaarheid

Het Radboudumc heeft onlangs een haalbaarheidsstudie afgerond naar zo’n mogelijke behandeling waarbij de alvleesklierkanker van binnenuit wordt bestraald met kleine radioactieve holmiumbolletjes. Bij deze studie worden duizenden bolletjes, kleiner dan de diameter van een mensenhaar, in de alvleeskliertumor geplaatst tijdens een operatie. Daar geeft het holmium van de bolletjes ongeveer 10 dagen lang radioactieve straling af. Straling die de omliggende cellen op een afstand tot enkele millimeters beschadigt en doodt. In deze studie werd onderzocht of de behandeling veilig en gecontroleerd is uit te voeren.

Veilige procedure

De eerste resultaten van de haalbaarheidsstudie, waaraan 13 patiënten meededen, zien er hoopvol uit. De 13 patiënten kwamen in aanmerking voor een operatie om de tumor te verwijderen, maar hadden een verhoogd risico dat die verwijdering misschien niet mogelijk zou zijn. Dat bleek het geval bij drie van de 13 patiënten. Bij hen werden vervolgens radioactieve holmiumbolletjes in de tumor geplaatst. Hoewel bleek dat een klein deel van de bolletjes terecht kon komen in de bloedvaten of de darmen, hadden de patiënten geen last van ernstige bijwerkingen door de holmiumbolletjes. Daarmee lijkt de procedure veilig uit te voeren.

Behandelresultaat

Het effect van de holmiumbolletjes op de tumor is nog onduidelijk. Hiervoor is meer onderzoek nodig. Er is al een vervolgstudie gestart bij patiënten die niet in aanmerking komen voor een operatie en geen chemotherapie meer kunnen of willen krijgen. In plaats van bolletjes te plaatsen tijdens een operatie worden in deze studie de bolletjes nu via een naald door de huid in de tumor geplaatst. Voor de positiebepaling wordt een CT-scanner gebruikt. Omdat de bolletjes zelf ook zichtbaar zijn op de CT-scan, kan de verspreiding van de bolletjes in de tumor ook direct worden gecontroleerd. Dankzij directe doorlichting met de CT-scanner kan deze experimentele therapie zonder zware operatie worden uitgevoerd waardoor de behandeling minder ingrijpend is voor de patiënten. De onderzoekers hopen in 2024 vijf patiënten op deze manier te behandelen.

Meer informatie over deze studie is te vinden op SLOTH-2: Alvleesklierkanker – Radboudumc.

Tekst: Pieter Lomans – Persvoorlichter Radboudumc

Immuuntherapie heeft de levensverwachting voor een deel van patiënten met uitgezaaide longkanker aanzienlijk verlengd. Een veelbelovende ontwikkeling, zeker gezien het feit dat jaarlijks ongeveer 10.000 mensen in Nederland aan longkanker overlijden. Het merendeel van de mensen met longkanker komt in aanmerking voor een behandeling met immuuntherapie. Helaas werkt deze behandeling slechts bij een minderheid van de patiënten langdurig. Onderzoekers in het Radboudumc zijn ervan overtuigd dat darmbacteriën kunnen helpen voorspellen of immuuntherapie effectief kan zijn bij de patiënt.

Voorspellen

Stel je voor dat je longkankerpatiënt bent en je komt in aanmerking voor immuuntherapie. Hoe weet je dan of deze behandeling gaat werken? Wat als van tevoren bepaald kan worden of jij baat kan hebben bij een behandeling met immuuntherapie? Onderzoekers dr. Berber Piet en arts-onderzoeker Alessandra Buma vermoeden dat darmbacteriën waardevolle informatie kunnen geven over de effectiviteit van immuuntherapie.

Door te kijken naar de samenstelling van darmbacteriën willen zij voorspellen of immuuntherapie voor jou zal werken. Deze informatie kan niet alleen de huidige immuuntherapie, maar ook toekomstige behandelingen helpen verbeteren.


‘Dit kan niet alleen de huidige immuun­therapie ­verbeteren, maar ook toekomstige behandelingen.


“We zien dat immuuntherapie de levensverwachting van een gedeelte van mensen met longkanker duidelijk verlengd heeft. Daarom wordt dit ook bij de meeste patiënten toegepast. Helaas zien we enkel bij een minderheid van de patiënten een langdurig effect. Ondertussen worden alle patiënten blootgesteld aan de bijwerkingen van de behandeling en maken we voor alle patiënten hoge kosten,” vertelt hoofdonderzoeker dr. Berber Piet. “Dat is niet wat je wilt. Je zou eigenlijk vooraf willen kunnen voorspellen, bij wie immuuntherapie langdurig zal gaan werken en bij wie niet. Zo kunnen we deze behandeling gerichter inzetten en veel kosten en bijwerkingen voorkomen.”

Dr. Piet weet dat darmbacteriën een grote rol hebben bij de aansturing van ons immuunsysteem. Zij kunnen dus ook van grote invloed zijn op de effectiviteit van de immuuntherapie. Dr. Piet: “Wij willen dus via ontlasting de darmbacteriën van een patiënt onderzoeken en die resultaten vergelijken met de effectiviteit van de immuuntherapie. Op die manier hopen we dat we op basis van een onderzoek van de ontlasting kunnen gaan voorspellen wie er wel en niet goed gaat reageren op de behandeling met immuuntherapie.”

Medische vooruitgang

Mede-onderzoekster Alessandra Buma: “Dit onderzoek is niet belastend voor patiënten. Door ontlasting in een potje in te leveren kunnen patiënten via dit onderzoek bijdragen aan medische vooruitgang. De informatie die we tijdens dit project kunnen verzamelen, zal ons ook verder kunnen helpen bij het verbeteren van bestaande immuuntherapieën en het ontwikkelen van nieuwe en mogelijk betere behandelingen in de toekomst.”

Als dit onderzoek succesvol is, kan het een belangrijke stap zijn in het personaliseren van immuuntherapie voor longkankerpatiënten. Door de darmbacteriën van een patiënt te analyseren, kunnen artsen mogelijk voorspellen welke patiënten het meest waarschijnlijk positief zullen reageren op immuuntherapie. Dit zou niet alleen de effectiviteit van behandelingen kunnen verbeteren, maar ook onnodige bijwerkingen en kosten kunnen verminderen door het bieden van therapieën die specifiek zijn afgestemd op individuele patiënten.

Onderzoekers dr. Berber Piet en arts promovendus Alessandra Buma

Helpt u ook mee?

Uw bijdrage kan helpen om immuuntherapie voor iedereen effectiever te maken. Samen kunnen we een verschil maken in de behandeling van deze ziekte. Bijdragen kan via de deze link.

Wil je liever je donatie ­overmaken via ons rekening­nummer?
Dat kan via ­NL34RABO 033 0000 039 o.v.v. 307564230024 t.n.v. ­Stichting ­Radboud Fonds inzake Radboud ­Oncologie Fonds.

Dankzij de Movember snorrencampagne van het Radboud Oncologie Fonds en de inzet van een groot aantal snorrendragers, rallyrijders, marathonlopers, vermogensfondsen en Students Fight Cancer, kan na twee jaar actievoeren weer een belangrijk onderzoek naar prostaatkanker starten! Alle actievoerders samen hebben niet alleen aandacht gegenereerd voor prostaatkankeronderzoek, maar ook funding opgehaald om het baanbrekende onderzoek naar circulerend tumor-DNA als voorspeller voor een vroege terugkeer van prostaatkanker mogelijk te maken. In totaal haalden ze samen ruim 150.000 euro op. Hiermee kan het onderzoek nog dit jaar een vliegende start maken!

DNA-test houvast voor persoonlijk behandelplan uitgezaaide prostaatkanker 

Het onderzoek dat met het bijeengebrachte geld kan starten richt zich specifiek op het gebruik van DNA als leidraad om de snelle terugkeer van prostaatkanker te voorkomen. Bij sommige vormen van kanker kunnen artsen met behulp van DNA-onderzoek voorspellen hoe groot de kans op uitzaaiingen is en hierop de behandeling afstemmen. In deze pilotstudie willen de onderzoekers vaststellen of circulerend tumor-DNA kan dienen als voorspeller voor een vroege terugkeer van prostaatkanker. Als dit waar blijkt te zijn, kan een DNA-test worden gebruikt om toekomstige aanvullende therapieën aan te geven bij patiënten met gelokaliseerde prostaatkanker en een hoog risico. Stel je eens voor wat dit kan betekenen voor mannen met prostaatkanker…

Radboud Oncologie Fonds gedreven om geld voor onderzoek te ‘vinden’

Het goede doel om geld op te halen voor het onderzoek naar kanker in het Radboudumc bestaat ruim 10 jaar. Marieke Kokkeler, manager van het Radboud Oncologie Fonds forceerde met haar ‘dreamteam’ de afgelopen vijf jaar een geweldige impuls voor het onderzoek naar kanker: 

‘’Wij hebben de belangrijke taak om pilotonderzoeken naar kanker te funden. De afgelopen 5 jaar is onze omzet gegroeid van 6 ton in 2018 tot naar verwachting meer dan 1,6 miljoen dit jaar. Het resultaat van keihard werken, volhouden, buiten gebaande banen funding zoeken en mensen betrekken uit onze regio. Veel mensen willen bijdragen in plaats van toekijken. Actievoeren voor onderzoek naar kanker loont nog steeds. Zeker als je samenwerkt met artsen, patiënten, Zakenvrienden, vermogensfondsen en een topteam dat bereid is om de mouwen op te stropen’’.

Overhandiging cheque en kickstart voor onderzoekers in Radboudumc en Prosper

Dr. Niven Mehra ontvangt de startcheque van drs. Marieke Kokkeler, namens het Radboud Oncologie Fonds.

De overhandiging van de cheque vindt vandaag plaats op de laatste dag van Movember, de maand waarin prostaatkanker wereldwijd aandacht kreeg. Hoofdonderzoeker dr. Niven Mehra, werkzaam op de afdeling urologie van het Radboudumc in Nijmegen neemt de cheque namens het hele onderzoeksteam in ontvangst. Hij wordt bijgestaan in dit belangrijke onderzoek door medeonderzoekers vanuit Prosper, zoals Michiel Sedelaar (afdeling urologie, Radboudumc Nijmegen), Rik Somford, Jean-Paul van Basten en Alexander Bellaar Spruyt (afdeling urologie, CWZ Nijmegen) en Robert Hoekstra en Eric Vrijhof (afdeling urologie, Catharina Ziekenhuis Eindhoven). Prosper is een bijzondere samenwerking tussen het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis, Catharina Ziekenhuis en Radboudumc. Door hun expertise te bundelen, kunnen ze patiënten met prostaatkanker effectiever behandelen.

Publieksvertrouwen en maatschappelijk draagvlak 

Dankzij de steun, het publieksvertrouwen en het draagvlak van alle actievoerders en donateurs kan dit belangrijke onderzoek naar prostaatkanker beginnen. Dr. Niven Mehra. ‘’Dit is echt geweldig. Door dit DNA-onderzoek hopen we nieuwe inzichten te verkrijgen die kunnen leiden tot verbeterde behandelingen en een vermindering van terugkeer van de ziekte. Ik wil iedereen bedanken die in actie is gekomen om dit onderzoek te funden. Als arts ben ik professioneel gedreven om het verschil te maken in de strijd tegen kanker. Geweldig om te ervaren dat we hierin niet alleen staan, dat er zo veel mensen vanuit individuele betrokkenheid ons werk steunen’’.

Vandaag wordt de Nederlandse Kanker Agenda gelanceerd. Meer dan 100 organisaties (waaronder onderzoeksinstellingen, patiënten-, zorg- en maatschappelijke organisaties, belangenbehartigers, financiers en overheden) bundelden hiervoor hun krachten en expertise in het Nederlands Kanker Collectief (NKC). In een jaar tijd zijn 20 concrete doelen en een eerste aanpak opgesteld voor de komende tien jaar. Naast zorg richt de agenda zich nadrukkelijk ook op preventie en kwaliteit van leven, waarmee het belang van de mens nog meer centraal wordt gezet. 

Een noodzakelijk plan

De Nederlandse Kanker Agenda (NKA) is het antwoord op de Europese oproep voor een nationale invulling van het ‘European Beating Cancer Plan’. Een gezamenlijke Nederlandse aanpak is om meerdere redenen hard nodig. In Europees verband staat Nederland er niet goed op: er sterven 8% meer Nederlanders aan kanker dan gemiddeld in Europese landen en het aantal nieuwe diagnoses is hier 15% hoger. En dat terwijl er 60% meer geld wordt uitgegeven aan kankerzorg dan gemiddeld1.

Al jaren is kanker een van de ziektes met de grootste ziektelast. Kanker is doodsoorzaak nummer 1 in Nederland. Maar liefst 1 op de 2 Nederlanders krijgt ooit in het leven kanker2. Kanker heeft niet alleen een enorme impact op patiënten en hun naasten, maar ook op de maatschappij en de zorg. En het aantal kankerpatiënten neemt alleen maar toe. Nu al leven 850.000 mensen met of na kanker. De komende 10 jaar neemt het aantal nieuwe diagnoses toe naar jaarlijks 156.0003. Terwijl KWF net becijfert dat 40.000 gevallen per jaar (1 op de 3) te voorkomen zijn door gericht preventiebeleid4.

Onafhankelijk van politieke bewegingen

Nederland is het enige land in Europa dat niet in opdracht van de overheid een nationaal plan heeft opgesteld. De NKA is samengesteld en wordt uitgevoerd door een unieke alliantie van organisaties uit de hele samenleving. Het Nederlands Kanker Collectief (een initiatief van IKNL, NFK en KWF) is ontstaan vanuit het besef dat kanker een maatschappelijke opgave is, dat te groot is om door één partij op te lossen. Het voordeel van dit collectief is dat het onafhankelijk is van politieke bewegingen, maar wel ondersteund wordt door een kamerbrede meerderheid. Het resultaat is een gedragen, samenhangende aanpak met concrete acties voor het leven voor, met en na kanker.

De helft van alle Nederlanders zal kanker krijgen. In 2032 krijgen naar verwachting 156.000 mensen de diagnose. “Kanker zal onvermijdelijk nóg veel meer mensen gaan raken de komende jaren” zegt Thijs Merkx, bestuursvoorzitter van IKNL (integraal Kankercentrum Nederland). “Wat we als samenleving wél kunnen doen, is zowel het aantal nieuwe diagnoses op de langere termijn beperken door meer in te zetten op preventie als ook de te verwachten toenemende oncologische zorgvraag zo goed mogelijk opvangen. Deze kansen vragen gezamenlijke inzet van veel verschillende partijen. Verdere verbinding en coördinatie is noodzakelijk om met al deze partijen in Nederland de komende jaren samen de impact van kanker te verminderen.”

Over de Nederlandse Kanker Agenda

In de Nederlandse Kanker Agenda zijn 20 doelen geformuleerd met actieplannen rondom preventie, erfelijkheid, vroege opsporing, diagnostiek, behandeling, follow-up & palliatieve zorg en kwaliteit van leven. Vijf van deze doelen worden de eerste periode uitgelicht en krijgen van het collectief als eerste aandacht. Dat zijn: rookgedrag, vroege opsporing, zeldzame kankers, late gevolgen en werk en kanker. 

Over het Nederlandse Kanker Collectief

Het Nederlands Kanker Collectief (NKC) is een onafhankelijk en open collectief, geïnitieerd door IKNL, KWF Kankerbestrijding en NFK. Samen werken we aan een maatschappij waar kanker minder druk op legt. Het NKC is gestart vanuit de overtuiging dat deze maatschappelijke uitdaging te groot is om door één partij opgelost te worden.​ Om impact te maken is verbinding nodig tussen mensen, organisaties en (bestaande) initiatieven vanuit de hele samenleving. Op dit moment werken meer dan 100 organisaties van binnen en buiten de zorg met elkaar samen in het Nederlands Kanker Collectief aan de Nederlandse Kanker Agenda.

De 20 doelen van de Nederlandse Kanker Agenda

  1. Rookgedrag
  2. Alcoholconsumptie
  3. Uv-straling
  4. Infectieziekten
  5. Milieu- en luchtverontreiniging
  6. Voeding en beweging
  7. Erfelijke belasting
  8. Vroege opsporing
  9. Diagnostiek
  10. Behandeling
  11. Innovaties
  12. Zeldzame kankers
  13. Palliatieve zorg
  14. Leefstijlondersteuning
  15. (Late) gevolgen
  16. Onderwijs en kanker
  17. Werk en kanker
  18. Financiële gevolgen
  19. Naasten en mantelzorgers
  20. Sociaal-emotionele ondersteuning

Lees hier de Nederlandse Kanker Agenda.

Bronnen

  1. OECD. (2023). Landenprofiel voor Kanker: Nederland 2023
  2. Puts, G. C. W. M., Wauben-Spaetgens, B. M. M. E., Luth, T. T. K., Kruijt, A., Albada, A., Praagman, J., & Visser, O. (2023). Ontwikkeling van de kans op kanker in 1990-2019. NTvG, 167. 
    Zie ook het bericht van IKNL
  3. IKNL. (2022). Kanker in Nederland – trends & prognoses tot en met 2032. IKNL
  4. TNO. (2023). Bijdragen van leefstijl, leefomgeving, infecties en reproductieve factoren aan kanker in Nederland
    Zie ook het bericht van KWF
     

Bekijk hier een overzicht van cijfers over kanker in Nederland van het NKC.

Aanknopingspunten voor betere preventie, betere uitkomsten en hogere kwaliteit van leven

Vandaag publiceert IKNL de resultaten van een eerste verkenning waarin vrouw-manverschillen bij kanker zijn geïnventariseerd. Deze studie werpt licht op diverse aspecten, waaronder diagnose, behandeling, overleving en kwaliteit van leven bij vrouwelijke en mannelijke kankerpatiënten.

Mannen met een bepaald type kanker krijgen vaker dan vrouwen een behandeling die is gericht op het verkleinen van de tumor. Bij vrouwelijke patiënten richt de behandeling zich vaker op pijnbestrijding en andere vormen van vermindering van de klachten. Het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) wil dat wordt uitgezocht hoe dat komt.

Het verschil in behandeling is een van de conclusies in een onderzoek van het IKNL zelf. Het kennisinstituut analyseerde cijfers over kankersoorten die zowel bij mannen als vrouwen voorkomen en zette de verschillen op een rij.


Deze eerste verkenning van vrouw-manverschillen bij kanker is een belangrijke stap in de richting van meer gepersonaliseerde en effectieve kankerzorg in Nederland


Enkele belangrijke bevindingen van dit onderzoek zijn:

Diagnose-verschillen 

Mannen krijgen nog steeds vaker kanker als we ons beperken tot de kankersoorten die zowel bij vrouwen als mannen voorkomen. Dit betreft met name Kaposisarcoom (zeldzame kanker van de bloedvaten), slokdarmkanker, mesothelioom (ook wel asbestkanker genoemd) en blaaskanker. Voor de meeste kankersoorten is er geen of een minimaal verschil in stadium waarin de kanker wordt ontdekt tussen vrouwen en mannen. Er zijn echter uitzonderingen, zoals blaaskanker, wat bij vrouwen vaker in een hoger stadium wordt gediagnosticeerd, en schildklierkanker, wat juist vaker bij mannen in een hoger stadium gediagnosticeerd wordt. Reflecterend op het rapport zegt dr. Arwen Pieterse, universitair hoofddocent medische besluitvorming LUMC hierover: ‘Als vrouw kijk je niet per se raar op als er bloed bij de urine zit. Maar het is wel belangrijk voor huisartsen om klachten serieus te nemen zodat diagnostisering niet vertraagd wordt.’  

Behandeling

De mogelijkheden voor behandeling van kanker hangen af van onder andere het stadium van de ziekte, de leeftijd van de persoon en comorbiditeit (bijkomende ziekten). Dit verklaart deels de behandelverschillen die we zien tussen vrouwen en mannen, maar kan niet alles verklaren. Zo zien we dat vrouwen minder vaak een systemische therapie (die werkt op het hele lichaam) krijgen dan mannen bij onder andere melanoom en dikkedarmkanker. Vrouwen, vooral oudere vrouwen, lijken juist vaker supportive care (geen tumorgerichte behandeling) te krijgen. Kasper Klaarenbeek, ervaringsdeskundige en schrijver van het boek ‘Écht de Sjaak!’ merkt hierover desgevraagd op: ‘Het verschil dat mannen intensiever behandeld worden dan vrouwen is opvallend. Misschien zijn mannen bereid om langer en intensiever een behandeling te ondergaan vanuit de behoefte om dingen te fixen.’ Ten aanzien van verschillen in de werkzaamheid van een behandeling en verschillen in complicaties is nog veel onbekend. Het is daarom van belang dat er in onderzoek meer vrouwen worden geïncludeerd en dat er specifiek gekeken wordt naar sekse-verschillen en vooral waarom die er zijn.


Het benadrukt de noodzaak van aandacht voor sekse-verschillen in de oncologie.


Overleving

Het rapport laat zien dat overlevingskansen kunnen variëren tussen vrouwen en mannen, afhankelijk van het type kanker en stadium. Over het algemeen hebben vrouwen een betere overleving dan mannen. Dat zien we vooral terug bij schildklierkanker, myeloide maligniteiten (kanker van bloedcellen), en huidkanker (melanoom en plaveiselcelcarcinoom). Blaaskanker is één van de uitzonderingen, waarbij mannen een betere overleving hebben dan vrouwen. Bij sommige tumorsoorten spelen verschillen in het ziektestadium bij diagnose een rol. Ook kunnen verschillen in behandeling en de werkzaamheid hiervan anders zijn voor vrouwen en mannen. Meer en gerichter onderzoek hiernaar kan meer duidelijkheid geven over de oorzaak van verschillen in overleving.

Kwaliteit van Leven 

Mannen met dikkedarm- en endeldarmkanker, lymfomen (gezwel van het lymfestelsel), basaalcelcarcinomen of plaveiselcelcarcinomen (vormen van huidkanker) hebben een betere kwaliteit van leven tijdens en na de behandeling dan vrouwen die gediagnosticeerd zijn met één van deze kankersoorten. Sabine Oertelt-Prigione, hoogleraar Gender in Primary and Transmural Care aan de Radboud Universiteit, zegt hierover: ‘Als je naar de data en de verschillen tussen mannen en vrouwen kijkt, lijkt het of mannen beter scoren op functioneren. Maar als je het vergelijkt met de gezonde bevolking, zien we dat de impact van kanker op mannen juist veel groter is. Misschien is voor hen dus meer of andere ondersteuning nodig. Daar moeten we als zorgverleners oog voor hebben, want iederéén is kwetsbaar in een situatie waarin je kanker krijgt.’ 

‘Deze eerste verkenning van vrouw-manverschillen bij kanker is een belangrijke stap in de richting van meer gepersonaliseerde en effectieve kankerzorg in Nederland,’ zegt Thijs Merkx, bestuursvoorzitter IKNL. ‘Het benadrukt de noodzaak van aandacht voor sekse-verschillen in de oncologie. We doen dan ook een beroep op onderzoekers, onderwijsinstellingen, zorgprofessionals en beleidsmakers in de oncologie voor meer aandacht voor dit onderwerp. Immers, gelijke toegang tot de gezondheidszorg is voor iedereen een belangrijk recht. En gezien de vrouw-manverschillen kan een onderscheid in aanpak noodzakelijk zijn om uiteindelijk gelijke gezondheidsuitkomsten te bereiken.’

IKNL roept op tot verdere samenwerking en onderzoek om de vrouw-manverschillen in kanker beter te begrijpen en de zorg voor kankerpatiënten te verbeteren. 

Bron: www.iknl.nl

Onderzoek naar de effectiviteit van nieuwe technologie

Het Radboudumc start als eerste ziekenhuis in de Europese Unie met onderzoek naar de effectiviteit van robot-gestuurde navigatiebronchoscopie voor patiënten met beginnende longkanker. De robot helpt de arts bij de diagnostiek en behandeling van kleine afwijkingen die diep in de long liggen.

Longarts Erik van der Heijden voert in het Radboudumc navigatiebronchoscopie uit. Bij deze procedure maakt hij gebruik van geavanceerde beeldvorming tijdens de ingreep. De afgelopen jaren is deze procedure, mede onder zijn leiding, verder ontwikkeld en verfijnd. Navigatiebronchoscopie is vanaf 1 januari 2024 als erkende methode opgenomen in het basispakket van de zorgverzekeraars. Deze techniek wordt bij patiënten ingezet om kleine, diep in de long gelegen afwijkingen makkelijker te bereiken. Hierdoor kan de arts een stukje van de long afnemen met veel meer precisie dan voorheen. Het Radboudumc traint op dit moment collega’s in andere Nederlandse ziekenhuizen en ondersteunt hen met de implementatie en toepassing van deze technologieën. Dit is mogelijk gemaakt met behulp van een KWF-subsidie. 

Erik van der Heijden, hoogleraar Interventie Longziekten: ‘In deze nieuwe studie onderzoeken we de effectiviteit van een robot-gestuurde navigatiebronchoscopie in combinatie met de huidige geavanceerde beeldvorming. We maken voor elke patiënt een eigen ‘routekaart’ van de luchtwegtakjes die leiden naar de afwijking in de long. De arts bestuurt deze ‘robot-bronchoscoop’. Met behulp van gevoelige technologie, de flexibiliteit en stuurbaarheid van deze bronchoscoop kunnen we nu tot in de fijnste luchtwegtakjes komen, diep in de long. We verwachten dat deze methode nog beter en preciezer is dan de huidige methode, maar dat willen we onderzoeken.’

Meerwaarde

Van der Heijden en zijn collega’s willen in deze studie de veiligheid en toegevoegde waarde voor de patiënt onderzoeken. Ze vergelijken de uitkomsten met identieke procedures van de navigatiebronchoscopie zonder gebruik van de robot. Ook willen ze heel precies achterhalen of het gebruik van deze technologie zich vertaalt in voordelen voor de Nederlandse gezondheidszorg, zoals een snellere procedure, kortere leercurve en betere toegankelijkheid. Tot slot kijken ze naar de kosteneffectiviteit, als de procedure optimaal kan worden ingezet.

Waarom is dit belangrijk?

Longkanker is één van de meest voorkomende en meest dodelijke vormen van kanker. Jaarlijks komen er in Nederland ruim 14.000 nieuwe patiënten per jaar bij. Genezing is mogelijk door een ingreep in een vroeg stadium van de ziekte. Een beginnende tumor geeft echter vaak geen klachten, en wordt op dit moment alleen bij toeval ontdekt. Bijvoorbeeld als er om een andere reden een CT-scan wordt gemaakt waarbij de longen in beeld komen. Het aantal scans neemt toe, en daardoor vinden artsen steeds vaker afwijkingen. De Europese Unie adviseert de lidstaten om te starten met screening van mensen met een verhoogd risico op longkanker. Verschillende lidstaten zijn daarmee begonnen. De verwachting en hoop is dat Nederland snel zal volgen, maar daarmee zullen ook meer nieuwe patiënten met een beginnend stadium van longkanker gevonden worden. Dit zal de vraag naar een betrouwbare en veilige vorm van diagnostiek sterk doen toenemen. 

Tekst: Pauline Dekhuijzen, Wetenschaps- en persvoorlichter Radboudumc

Onderzoek door Prosper-onderzoeksteam

Bij bepaalde vormen van kanker kunnen artsen met behulp van DNA-onderzoek inschatten hoe waarschijnlijk het is dat de kanker zich verspreidt naar andere delen van het lichaam. Met deze kennis kunnen zij de behandeling hierop afstemmen. In de pilotstudie ‘DNA als leidraad voor voorspellen van terugkeer van prostaatkanker’ wil het Prosper onderzoeksteam weten of circulerend tumor-DNA als voorspeller kan gelden voor een vroege terugkeer van de ziekte. Prosper is een bijzondere samenwerking tussen het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis, Catharina Ziekenhuis en Radboudumc. Door hun expertise te bundelen, kunnen ze patiënten met prostaatkanker effectiever behandelen.

Voorspellen van terugkeer van prostaatkanker

Dr. Niven Mehra

Hoofdonderzoeker dr. Niven Mehra: “Na een succesvolle operatie om prostaatkanker te behandelen, is het helaas vaak zo dat de kanker toch weer terugkomt. Bijna de helft van de patiënten met ernstige prostaatkanker of een hoog risico op herhaling krijgt te maken met terugkeer van de ziekte en dat deze zich verspreidt naar andere delen van het lichaam.”

Het opsporen van minimale hoeveelheden achterblijvende kankercellen na een prostaatoperatie is erg lastig met de huidige beeldvormende technieken. Mehra: “Onlangs is er een zeer gevoelige bloedtest ontwikkeld waarmee specifieke veranderingen in het DNA die verband houden met kanker (zogenaamde mutaties) kunnen worden opgespoord na de operatie. Dit is hoogstwaarschijnlijk een sterke aanwijzing dat er nog kankercellen achtergebleven zijn.”

Achterblijvende tumorcellen detecteren 

In deze pilotstudie wil het onderzoeksteam nu nagaan of het DNA van kankercellen in het bloed kan worden gebruikt om te voorspellen of prostaatkanker na behandeling vroegtijdig terugkomt. Mehra: “Als dit blijkt te werken, kan deze DNA-test in de toekomst mogelijk worden gebruikt om aan te geven wanneer aanvullende behandelingen nodig zijn voor mannen met gelokaliseerde prostaatkanker en een hoog risico op terugkeer van de ziekte.”

Wilt u meer weten of het onderzoek of doneren? Klik dan hier.


“Samen rijden tegen prostaatkanker: 
Doe mee aan de ‘Prompt-een-snor’-rally op 4 november!”

Het Radboud Oncologie Fonds organiseert samen met het Prosper onderzoeksteam een Prompt-een-snor Rally op 4 november a.s. om geld op te halen voor dit onderzoek. Tijdens deze fundraisingsrally is er de mogelijkheid om in contact te komen met de onderzoekers en meer te leren over hun werk.
Deelnemers aan de rally verzamelen bij Metropole in Druten en eindigen op een verrassingslocatie in de buurt van Nijmegen. Mehra: “Door mee te doen aan deze actie draag je niet alleen bij aan baanbrekend onderzoek naar prostaatkanker, maar laat je ook zien dat je betrokken bent bij mannengezondheid. Daarnaast kan ik uit ervaring zeggen dat het een bijzonder gezellige dag is.”

Laat deze Movembermaand niet zomaar voorbijgaan, maar doe mee met je (business)team en draag bij aan de strijd tegen prostaatkanker. Samen kunnen we het verschil maken en ervoor zorgen dat mannen een gezonde toekomst tegemoet gaan!

Aanmelden voor de rally? Meld hier jouw equipe aan >

Het Prosper team met v.l.n.r. dr. Michiel Sedelaar (Radboudumc), dr. Jean-Paul van Basten (CWZ), dr. Eric Vrijhof en drs. Robert Hoekstra (Catharina Ziekenhuis), dr. Rik Somford (CWZ) en drs. Alexander Bellaar Spruyt. Niet op de foto dr. Niven Mehra (Radboudumc).

Onderzoekers brengen in bijna 3500 mensen DNA-fouten in kaart die leukemie kunnen veroorzaken

Van alle 60-plussers heeft veertig procent in het DNA van hun bloedcellen één of meerdere foutjes, die geassocieerd zijn met leukemie. Toch ontwikkelen maar heel weinig mensen daadwerkelijk de ziekte. In Cancer Cell laten onderzoekers van het Radboudumc, UMCG en IKNL precies zien welke fouten of combinaties van fouten de kans op kanker verhogen.

Wanneer per ongeluk een foutje ontstaat in het DNA van een bloedcel, kan deze cel harder gaan groeien en delen dan andere bloedcellen. Sneller delen is ook een eigenschap van tumorcellen. Toch veranderen zulke bloedcellen met een foutje niet direct in kanker. Sterker nog, nu blijkt dat bloedcellen met foutjes die geassocieerd zijn met leukemie veel voorkomen bij mensen die helemaal geen klachten hebben: bij veertig procent van de 60-plussers.

Een team onderzoekers, waaronder Joop Jansen en Aniek de Graaf van het Radboudumc, en Gerwin Huls en Isabelle van Zeventer van het UMC Groningen wilden weten wanneer bloedcellen met foutjes dan wél veranderen in tumorcellen. Dat was nog niet bekend. Ze analyseerden voor hun studie het DNA van meer dan 7000 bloedmonsters van 3359 mensen ouder dan zestig jaar uit het Groningse Lifelines cohort. Van de deelnemers waren twee of drie monsters beschikbaar, met telkens bijna vier jaar ertussen, zodat de onderzoekers de ontwikkeling van de bloedcellen met fouten konden volgen.

Gevolgen

Uit de studie blijkt dat de aanwezigheid van groepen cellen met foutjes de kans op leukemie verhoogt. Ook vormen deze cellen een risicofactor voor ontstekingsziekten die veel voorkomen bij veroudering, zoals hart- en vaatziekten en COPD. De onderzoekers laten precies zien welke DNA-fouten de snelste groei van bloedcellen en het hoogste risico op bloedkanker geven, zoals een fout in het gen JAK2. Verder tonen ze aan dat de combinatie met een afwijking van het bloed, zoals bloedarmoede, een grotere kans geeft op kanker.

Van alle mensen die meededen aan de studie waren ook veel andere gegevens bekend. Bijvoorbeeld of ze roken, hoeveel alcohol ze drinken, welke medicijnen ze gebruiken en welk werk ze doen. De onderzoekers vonden geen verband tussen de toename van bloedcellen met fouten in het DNA, en factoren waarvan bekend is dat ze de kans op kanker verhogen, zoals roken, alcoholinname en overgewicht.

Volgens laboratoriumspecialist Aniek de Graaf is het op dit moment niet nuttig om alle 60-plussers te gaan screenen op fouten in hun bloedcellen. ‘Wat ons betreft heeft dat weinig zin als je gezond bent. Je kunt namelijk niks doen aan die fouten. We zien geen verband met risicofactoren, zoals roken. Daarnaast verhogen fouten de kans op leukemie, maar die kans is nog steeds heel klein. Pas als je met klachten bij de dokter komt, is een analyse van bloedcellen belangrijk, omdat dit gevolgen kan hebben voor de behandeling en het monitoren van het beloop.’

Nu bekend is welke specifieke groepen een zeer hoog risico lopen, is wel een eerste stap gezet naar preventie. Hoogleraar Experimentele Hematologie Joop Jansen: ‘Met ons vervolgonderzoek zoeken we verder naar genetische factoren en omgevingsfactoren die de ontwikkeling van leukemie beïnvloeden, vooral bij de mensen met een hoog risico.’

Over de publicatie

Dit onderzoek is gepubliceerd in Cancer CellEvolutionary landscape of clonal hematopoiesis in 3359 individuals from the general population. Isabelle van Zeventer, Aniek de Graaf, Jonas Salzbrunn, Ilja Nolte, Priscilla Kamphuis, Avinash Dinmohamed, Bert van der Reijden, Jan Jacob Schuringa, Joop Jansen, Gerwin Huls.


Door Annemarie Eek, Wetenschapsvoorlichter Radboudumc

© Copyright 2018 - 2024 Radboud Oncologiefonds - Alle rechten voorbehouden | Webdesign & Realisatie door Twin Digital